Terecht flinke boete kipfileerder Bunschoten-Spakenburg voor weggooien urenbriefjes
De boete werd opgelegd na controle van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SWZ). Het bedrijf kon van negentien werknemers niet aantonen hoeveel uren ze hadden gewerkt. De urenbriefjes waren in de prullenbak beland. Betaling van salaris ging vaak contant. Het bedrijf is een VOF waardoor de vennoten ook privé aansprakelijk zijn voor het betalen van de boete. De directeur is zelf opgedraaid voor een flink deel van het bedrag.
Bij de Raad van State in Den Haag verklaarde hij dat hij een klein bedrijfje heeft waar iedereen elkaar kent. De medewerkers vulden zelf hun urenbriefjes in die bij het koffieapparaat lagen. Aan het eind van de week maakte de vennoot een schatting van de uren die een medewerker gedraaid had. Het loon werd vaak contant betaald en de urenbriefjes die de medewerkers hadden ingevuld werden weggegooid.
Ongegrond
Geen enkele medewerker heeft ooit geklaagd over onderbetaling, zei de directeur. Het bedrijf werkt vaak met oproepkrachten met een nul urencontract. De rechtbank Midden-Nederland verklaarde het beroep tegen de boete eerder ongegrond. In hoger beroep onderschrijft de Raad van State deze uitspraak. Sociale Zaken en Werkgelegenheid zegt dat er een fatsoenlijke administratie moet zijn maar die ontbrak. Voor iedere werknemer moeten de gewerkte uren aangetoond kunnen worden. Als de administratie niet op orde is mag volgens de Wet minimumloon voor iedere werknemer een boete worden opgelegd.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Marel Stork Poultry Processing