Helft pluimveehouders van 55 jaar of ouder heeft een opvolger

59 procent van de Nederlandse boerderijen met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder had in 2020 geen bedrijfsopvolger. Vooral bij kleine en zeer kleine bedrijven is er vaak geen opvolger. Hoe groter het bedrijf, hoe groter de kans dat er een bedrijfsopvolger was. Dit meldt Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van voorlopige cijfers van de Landbouwtelling 2020.
In 2020 waren er ruim 52.000 landbouwbedrijven, waarvan ruim 27.000 met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder. Van deze bedrijven hadden er ongeveer 11.000 een bedrijfsopvolger en 16.000 (59 procent) niet.
Groter bedrijf heeft vaker bedrijfsopvolger
Bedrijfsgrootte speelt een belangrijke rol bij de bedrijfsopvolging. Vooral op grote en middelgrote bedrijven is er meestal een opvolger beschikbaar. Van de grote bedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder had 70 procent in 2020 een bedrijfsopvolger, bij middelgrote bedrijven was dit bijna 50 procent.
Andere sectoren
Een melkveebedrijf is met een opvolgingspercentage van 59 procent het populairst bij bedrijfsopvolgers. Maar ook in de geitenhouderij heeft meer dan de helft van de bedrijfshoofden, 54 procent, een bedrijfsopvolger klaar staan. De belangstelling voor bedrijfsovername in de andere sectoren ligt beduidend lager. De varkenshouderij heeft een opvolgingspercentage van 40 procent en akkerbouw 38 procent. De minste belangstelling voor bedrijfsopvolging is er in de boomteelt met 22 procent, glasgroententeelt met 20 procent en de schapenhouderij met 19 procent, meldt het CBS.