'Inkomen met conceptkip fors hoger dan met reguliere kip'
'Concept vleeskuikenhouder ondervindt geen hinder van crisis'
'Reguliere vleeskuikenhouder draait verlies, inkomen conceptkip 80.000 tot 90.000 euro'
Dat zei pluimvee econoom Peter van Horne van Wageningen Economic Research (WEcR) donderdag 17 december tijdens zijn presentatie bij de jaarlijkse inkomensraming van WEcR. Van Horne spreekt van een tweedeling. Het gemiddelde inkomen van vleeskuikenhouders is dit jaar gehalveerd naar 44.000 euro, het laagste niveau sinds 2013. „Dat is natuurlijk een raar gemiddelde, de crisis treft alleen reguliere vleeskuikenhouders”, duidt Van Horne.
„Circa 25 procent van de bedrijven met vleeskuikens heeft in 2020 een negatief inkomen. Dus geen vergoeding voor alle arbeid van de ondernemer. Dat is het gevolg van de dramatische reguliere vleeskuikenmarkt", zegt Van Horne.
12 procent meer conceptkip
„De uitbetalingsprijzen in de vleeskuikenconcepten zijn stabiel gebleven van maart tot en met november dit jaar. Voor één ster Beter Leven kuikens is de uitbetalingsprijs zelfs nog iets gestegen”, zegt Van Horne. De vraag naar kip in supermarkten is erg goed. Slachterijen speelden daar op in. Over het hele jaar 2020 zijn er 12 procent meer vleeskuikens voor concepten opgezet, blijkt ui de cijfers van de pluimvee-econoom.
Als gevolg van de sluiting van de horeca viel de vraag naar reguliere kip vanuit de foodservice flink terug. „De foodservice is dus belangrijker dan wij allemaal dachten. Als gevolg van de vraaguitval vanuit de foodservice zijn er twee slachterijen gesloten.”
20 tot 25 procent minder opgezet
In oktober en november zijn er duidelijk minder reguliere vleeskuiken opgezet, zo’n 20 tot 25 procent. Dat blijkt uit de opzetcijfers van vleeskuikens waarin Van Horne inzicht heeft. Minder opzetten, is volgens de pluimvee-econoom de enige manier om uit de crisis te komen.
„Ik merk dat vleeskuikenhouders niet echt happig zijn om minder kuikens op te zetten. Maar met de huidige prijzen kost niet opzetten bij veel vleeskuikenhouders minder dan met verlies opzetten. Minder opzetten, de bezetting verlagen en langere leegstand zijn oplossingen om uit de crisis te komen.”
„Dat er 12 procent meer concept vleeskuikens zijn opgezet is mooi. Maar het overgrote merendeel – ruim 70 procent – is en blijft reguliere vleeskuikens. Nu de vraag naar reguliere drastisch lager is, moeten vleeskuikenhouders minder produceren”, stelt Van Horne. „Slachterijen reguleren het aanbod conceptkip sterk. Dat moeten ze ook blijven doen omdat ze moeten slachten waarvoor vraag is.”
Pessimistisch over volgend jaar
Van Horne is pessimistisch over de vooruitzichten voor reguliere vleeskuikenhouders volgend jaar. „Ik verwacht dat de reguliere vleeskuikenmarkt pas in de tweede helft van volgend jaar weer aantrekt. Minder produceren zal echt moeten. Daar kun je meer mee verdienen dan volop draaien. Iedere vleeskuikenhouders moet dat voor zichzelf uitrekenen. Maar bij velen komt het erop neer dat ze beter minder kunnen opzetten.”
Een bijkomend nadeel is dat veel zogeheten derde landen hun grenzen hebben gesloten voor Nederlandse kip als gevolg van de hoog pathogene vogelgriepuitbraken op pluimveebedrijven in Nederland. Daardoor staat de export van kippenbouten nog verder onder druk.
Prijsval
Van Horne heeft geen exacte cijfers voor vleeskuikenouderdieren. „Die deelsector heeft het ook moeilijk. Aangezien Rusland zijn grenzen heeft gesloten voor Nederlandse broedeieren is de broedeiprijs flink gedaald. Van die prijsval ondervinden vleeskuikenouderdierenhouders de nadelige gevolgen. Daarbij komt ook nog dat de vraag naar broedeieren in Nederland lager is doordat Nederlandse vleeskuikenhouders minder opzetten.”
Opening van de Russische grens is volgens Van Horne cruciaal voor het aantrekken van de broedeiprijzen. Indien er in Nederland en andere (West-)Europese weer meer vleeskuikens worden opgezet, is dat ook gunstig voor de broedeiprijzen.