Rabobank: Vleeskuikenmarkt herstelt mogelijk pas eind 2021

De vleeskuikenhouderij is hard getroffen door de coronacrisis. De verkoop van vlees in de foodservice markt staat onder druk. De Rabobank schat in dat ongeveer 25 procent van het pluimveevlees in Europa via dat kanaal wordt verkocht. De vraag is minder en het aanbod is gelijk tot licht stijgend, met een prijsdaling tot gevolg. Om tot prijsherstel te komen, moet vraag en aanbod eerst weer in balans zijn. De toekomst biedt naast uitdagingen ook kansen voor de vleeskuikenhouderij. De Rabobank ziet duidelijk sterkere ketenstructuren ontstaan.
Opbrengstprijs op laagste niveau in tien jaar
In het eerste kwartaal van 2020 liet de markt voor pluimveevlees juist herstel zien – na een matig laatste kwartaal in 2019. Nu een klein half jaar verder laat de afzet van regulier pluimveevlees te wensen over. Opbrengstprijzen liggen op het laagste niveau van de afgelopen tien jaar. De gemiddelde voerwinst over de afgelopen tien jaar lag iets boven de 70 euro per m2. De laatste vijf jaar lag deze zelfs rond de 78 euro. De prestatie verschilt enorm tussen bedrijven. De Rabobank verwacht dat de reguliere sector dit jaar tussen de 50 of 60 euro per m2 uitkomt. Het laatste kwartaal is hierin doorslaggevend. Door de hoge specialisatiegraad betekent dit al snel 100.000 tot 150.000 euro minder voerwinst voor een gemiddeld bedrijf in 2020. Deze lage voerwinsten kwamen eerder voor, maar daar hoorde ook een andere, lagere kostenstructuur bij. Daarom komt deze daling nu zo hard aan.
De markt voor conceptkuikens is een stuk stabieler. De omvang hiervan is ongeveer 40 procent van de beschikbare stalcapaciteit in Nederland, volgens de bank. Door de toegenomen vraag in de supermarkten zal de voerwinst binnen deze markt nauwelijks afwijken van voorgaande jaren.
Betalingsproblemen
Het zijn vooral de reguliere vleeskuikenhouders die in onzekerheid zitten. De grote vraag is natuurlijk: wanneer trekt de markt weer aan? „Door de huidige status van corona-uitbraken is marktherstel misschien pas mogelijk aan het eind van 2021”, schrijft de Rabobank. Vleeskuikenhouers hebben hun opgebouwde buffers nodig om deze periode te overbruggen. De meeste bedrijven hebben ook een buffer, maar op sommige bedrijven is deze buffer gebruikt voor (vervangings)investeringen. Afhankelijk van de situatie kunnen hier dus liquiditeitsproblemen optreden waardoor vleeskuikenhouders betalingsproblemen kunnen krijgen omdat ze te weinig geld hebben om hun leveranciers te betalen.
Harde Brexit kan marktherstel bemoeilijken
Nog een uitdaging: de vleespluimveesector op het Europese vasteland is sterk afhankelijk van de export naar het Verenigd Koninkrijk. Dit geldt vooral voor Nederland. Naar schatting 10 tot 15 procent van onze productie is voor het Verenigd Koninkrijk. En de kans op een harde Brexit is nog steeds de realiteit, aldus de Rabobank.
Bij een harde Brexit krijgt Europa – en dus Nederland – te maken met heffingen op export richting het Verenigd Koninkrijk. Dit houdt in dat onze producten 15 tot 20 procent duurder kunnen worden. Het is mogelijk dat andere, ‘lage kosten landen’ dan in het voordeel komen om te exporteren.
Handelsrelaties kunnen dan niet altijd stand houden. Focus op kwaliteit, betrouwbaarheid en een scherpe kostprijs blijft noodzakelijk. Als de export richting het Verenigd Koninkrijk onder druk komt te staan is er op dit moment nauwelijks ruimte om te zoeken naar andere markten. Want door de corona maatregelen is in de huidige markt het aanbod dus al groter dan de vraag.
Overleven op korte termijn
Op korte termijn is het voor een groot deel van de bedrijven in de vleespluimveehouderij een kwestie van overleven, volgens de Rabobank. Zoals eerder genoemd, hebben de meeste bedrijven een buffer die ze kunnen aanspreken. Inspelen op de huidige marktontwikkelingen blijft voor iedere pluimveehouder een eigen afweging in samenspraak met ketenpartijen. De veerkracht om snel te anticiperen is er wel, volgens de bank.
Op de lange termijn liggen er juist kansen voor vleespluimveehouders, maar dat vraagt wel om andere competenties, zoals samenwerken en aanpassingsvermogen. Bijvoorbeeld om te produceren tegen een lagere kostprijs voor de reguliere markt of juist binnen een concept met strak geregisseerde ketens. Denk hierbij ook aan meer transparantie op het bedrijf en in de keten. De verbinding met de maatschappij en omgeving moet goed blijven.
Vraaggestuurd produceren biedt kansen
De grootste kansen liggen bij het vraaggestuurd produceren, volgens de bank. Dit betekent voor een deel van de sector: produceren tegen een lage kostprijs, met name voor de verwerkende industrie en het buitenland. De grote veranderingen in de markt zorgen voor minder productie uit de beschikbare stalcapaciteit. Dit komt door een lagere bezetting en trager groeiende kuikens. Daarnaast komt er door de steeds strengere milieuvoorschriften beperkt staloppervlak bij.
Aandeel conceptkip verdubbelt
Met de ervaring die de Nederlandse vleespluimveehouderij (in concepten) heeft opgebouwd vanaf 2015, is er echter een voorsprong. De kunst is om deze vast te houden. De Rabobank verwacht dat de Europese markt richting 2025 groeit van de huidige ingeschatte 7 procent concepten naar 15 tot 20 procent.
Ontwikkelingen die dit proces versnellen zijn bijvoorbeeld het ‘Better Chicken Commitment’: eerdere grote marktpartijen, zoals KFC, Unilever, Ikea en Dr.Oetker stellen uiterlijk in 2026 aanvullende inkoopvoorwaarden voor pluimveevlees. Denk aan een maximale productie van 30 kg per m2, specifieke rassen, of het verrijken van het leven van de kuikens door middel van zitstokken of ruwvoerbalen.
Optimistisch over lange termijn
De Rabobank is optimistisch over de verwachtingen voor Nederlandse vleeskuikenhouders op lange termijn. In de afgelopen 15 jaar laat pluimveevlees als enige een duidelijke consumptiestijging zien. Ook recente cijfers laten zien dat de consumptie van pluimveevlees in 2019 is gestegen met 0,4 kg ten opzichte van 2018 (bron: WUR). De verwachting is dat dit ook de komende jaren blijft groeien. In Europa zelfs met 1,5 procent per jaar. De gunstige eigenschappen van het vlees dragen hieraan bij, zo is het licht verteerbaar, relatief goedkoop, makkelijk te bereiden, past in veel gerechten en het vlees is toegankelijk voor meerdere religies.
Tegelijkertijd ziet de Rabobank in Europa de voorkeuren van de consument veranderen en de coronacrisis heeft dit proces versneld. Consumenten focussen nu nog meer op lokale productie en consumptie, traceerbaarheid, gezonder eten en het welzijn van dieren.
Hechtere samenwerkingsverbanden
Deze ontwikkeling heeft de keten van pluimveevlees in beweging gezet. Er ontstaan hechtere samenwerkingsverbanden en er zijn meer bedrijfsovernames in de periferie. Hierdoor wordt de keuzevrijheid van ondernemers in aanvoer of afzet kleiner. Ketens worden smaller en korter. Deze beweging brengt gevoelsmatig wel grenzen aan het vrije ondernemerschap, dat kenmerkend is voor Nederland. Toch verwacht de Rabobank dat dit zich voortzet. Zo kan de keten namelijk competitief blijven binnen de dynamische Europese markt – met de vele verschillende consumentenvoorkeuren. Lees de complete marktupdate over de Nederlandse vleeskuikenhouderij op de website van de Rabobank.

Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: Rabobank
Beeld: Ellen Meinen
Bron: Rabobank