Maak je stal winterklaar met de klimaatcheck
Tip 1: Verwarm binnenkomende lucht eerst
Vleeskuikens kunnen slecht tegen kou en trek en laten problemen die hiermee te maken hebben dan ook direct zien door een slechte verdeling in de stal. Om gezondheidsproblemen te voorkomen is het dus van belang dat de koude binnenkomende lucht niet te snel over de kuikens wordt getrokken. Met een juiste onderdruk wordt binnenkomende lucht voldoende richting de nok gestuurd, zodat deze zich mengt met de warme stallucht voordat het bij de kuikens terecht komt. Het advies is dan ook om de onderdruk met één pascal te verhogen voor elke °C dat de buitentemperatuur onder de 15 °C daalt. Controleer dit altijd met behulp van een rookproef.
Tip 2: Controleer de afstelling van de inlaatventielen
Kloppen de instellingen van de inlaatventielen met wat de klimaatcomputer aangeeft? Om toch een goede worp te hebben van de binnenkomende lucht bij minimale ventilatie kan het helpen om de helft van de ventielen af te sluiten. Hierdoor bereiken openstaande ventielen de minimale opening van 5 cm wat zorgt voor een optimale worp van de binnenkomende lucht.
Zorg ervoor dat de tegenovergestelde ventielen ook open of gesloten zijn. Let tegelijkertijd op het niet te ver open lopen van de ventielen waardoor koude lucht gedwongen naar de kuikens wordt gestuurd. Controleer tenslotte of de zomercorrecties in de klimaatcomputer voldoende zijn aangepast naar de winterinstelling. Denk hierbij onder andere aan koude luchtcorrectie en relatieve vochtigheid (RV)-correctie.
Tip 3: Voorkom luchtval
Voorkom dat de koude binnenkomende lucht botst tegen obstakels die tegen het plafond hangen zoals drinklijnen die niet in gebruik zijn of uitlaadschotten. Bij aanwezige gordingen is het raadzaam om te kijken of deze weggewerkt kunnen worden via het aanbrengen van een geleidingsplaat. Dit wordt zichtbaar door dichtgeslagen plekken in het strooisel of met behulp van een rookproef. De kuikens in de stal geven ten alle tijden aan wanneer het klimaat niet optimaal is in de stal. Waar “koude” lucht valt liggen weinig tot geen kuikens. Dit is een indicatie om op zoek te gaan naar de oorzaak.
Tip 4: Spoor tochtgaten op
Ventilatoren die niet in gebruik zijn, moeten voldoende zijn afgesloten om te voorkomen dat het tochtgaten worden. Check ook of de lamellen achter de ventilatoren voldoende afsluiten. Dit geldt ook voor laaddeuren. Leklucht is niet te sturen en heeft een negatieve invloed op de luchtstroming in uw stal.
Tip 5: Controleer de ventilatiecurve
Loop de minimale en maximale ventilatiecurve nog eens kritisch door. Een te hoog ingestelde minimum curve kan voor onnodig hoge stookkosten zorgen, terwijl een te lage curve resulteert in vochtigere stallen met te hoge CO2 en eventueel NH3 gehaltes. Het is van belang dat het CO2 gehalte in de stal onder de 3000 PPM blijft. Voor de RV is het belangrijk dat deze tussen de 50-65% ligt in de eerste 14 dagen. Daarna mag dit <70/75% zijn. Het kan zijn dat de RV in de stal te laag is. Om dit te compenseren kan de ruimtetemperatuur voor iedere 10% RV met 1,5°C worden verhoogd.
Vuistregel voor de comfortzone van een kuiken: Temperatuur + RV = 90 + weeknummer met een variatie van 5.
Tip 6: Sensoren ijken
Tot slot is het belangrijk om bij alle bovengenoemde punten te kunnen vertrouwen op de sensoren in de stal. IJk dus de temperatuurvoelers en de RV-, CO2- en onderdrukmeters in de stal.
Klimaatcheck
Heb je vragen of wil je het stalklimaat in samenwerking met een specialist van Coppens Diervoeding checken neem dan contact op! Door jarenlange ervaring beschikken we over de juiste kennis. We hebben de juiste apparatuur om uw stalklimaat door te meten en in kaart te brengen.