'Split feeding vleeskuikenouderdieren kent ook nadelen: weten niet of we ermee doorgaan'
Geert Schuttert (40) houdt samen met zijn broer Dirk Jan (50) in acht vrijwel identieke stallen 56.000 Ross 308 moederdieren aangevuld met negen procent hanen. „Zes stallen uit 2008 zijn identiek. Stal 7 en 8 uit 2015 zijn vrijwel identiek aan de stallen uit 2008”, zegt Geert Schuttert. Op verzoek van hun voerfabrikant startten ze hun huidige ronde met split feeding. Ze zijn hiermee één van de eerste vleeskuikenouderdierenhouders die split feeding toepassen op hun bedrijf. Hun voerfabrikant wou dit graag testen op een vleeskuikenouderdierenbedrijf. Aangezien de broers Schuttert acht vrijwel identieke stallen hebben, was hun bedrijf uitermate geschikt om resultaten te vergelijken.
„Toen de hennen 46 oud waren zijn we begonnen met split feeding in stal 1, 2 4 en 6. Stal 3, 5, 7 en 8 krijgen gewoon normaal foktoomvoer. Sindsdien houden we circa 26.000 dieren op split feeding en circa 26.000 dieren op normaal (ochtend) voeren. We doen het nu elf weken. ’s Morgens om 4.00 uur wanneer het licht aangaat, krijgen de dieren meteen voer. In onze stallen met normaal voer krijgen ze de hele portie, nu op 57 weken leeftijd is dat 168 gram per dier. In onze stallen met splitfeeding krijgen ze de halve portie. Nu op 57 weken leeftijd is dat 84 gram per hen.”
’s Morgens krijgen de hennen die splitfeeding krijgen het eiwit- en energierijke ochtendvoer dat hennen moet ondersteunen bij het produceren van het ei. ’s Middags krijgen de hennen het kalkrijke middagvoer voor de vorming van de eischaal. ’s Middags om 13.00 uur gaat de voermachine weer aan.
‘Dieren onrustiger voor middagvoeren’
„De dieren die split feeding krijgen, zijn heel rustig. Al zijn onze andere dieren zijn ook rustig, maar misschien iets minder dan de dieren die split feeding krijgen. Rond 12.00 uur, een uur voordat de dieren in de stallen met split feeding het middagvoer krijgen, worden de dieren juist onrustiger. Dan komt het haantje de voorste gedrag naar voren.”
„Als je twee keer circa 80 gram voert, moet jouw voersysteem dat wel kunnen. Je wilt geen lege plekken in de sleepketting of voerpannen”, stipt Schuttert aan. Op hun bedrijf lukt dat. In twee minuten is de sleepketting helemaal rond geweest zodat de hele voerketting vol voer zit. „En als het voersysteem dat al kan, dan is het voer er nog heel snel doorheen. De kippen in de stallen met split feeding hebben die circa 80 gram in nog geen half uur helemaal op. De ketting is dan helemaal leeg gevreten, terwijl in onze andere stallen de hennen hier wel 4 uur over doen. Dus is het gedrag bij de normaal gevoerde hennen tijdens het voeren veel rustiger.” Schuttert is bang dat er door dit snelle vreten snelle vreters meer kans hebben en daardoor kleinere hennen steeds verder achter gaan lopen en er uiteindelijk aan onder door kunnen gaan. „Dit is zeker niet bevorderlijk voor het dierwelzijn”, stelt hij. „Normaal duurt het vier uur voordat het voer op is. Nu twee keer een half uur. De kans dat langzame vreters niet genoeg binnen krijgen, is dus groter.”
‘Moet stortingen sneller verhelpen’
Dat storingen sneller verholpen moeten worden, vindt Schuttert ook een nadeel. „Normaal voeren we om 6.00 uur. ’s Morgens controleren we of alle hoppers leeg zijn. Indien ze niet leeg zijn laten we de sleepketting nog een keer rond gaan. En indien er een storing is, hebben we de hele dag om die te verhelpen. Als alles goed is, kunnen we ’s morgens nadat we alles gecontroleerd hebben de hoppers al weer vol vijzelen voor de volgende dag. Bij split feeding krijgen de hennen om 13.00 uur hun tweede portie. Indien er een storing is, moet deze voor 13.00 uur verholpen worden. Wij werken in alle acht stallen met dezelfde acht vijzelmotoren en hebben één reserve vijzelmotor hier op het bedrijf. Indien er bij ons een storing is, verhelpt één van ons beide de storing en gaat de ander verder met dagelijkse werkzaamheden zoals eieren afdraaien. Maar stel dat er een grote storing is, probeer dan maar tijdig een monteur erbij te krijgen die ervoor zorgt dat de voermachines om 13.00 uur weer draaien. Helemaal als je zelf het bedrijf runt en alle werk zelf moet doen, is dat een nadeel. Ook kan het stress bij jezelf opleveren.”
Bij splitfeeding moet een pluimveehouder twee soorten voer bestellen, ochtendvoer en middagvoer. Een pluimveehouder moet wel silo’s hebben om beide voersoorten in op te slaan. Aangezien Schuttert een proef doet in de helft van hun stallen, bestelt hij nu drie soorten voer.
De voerkosten gaan bij split feeding normaal gesproken iets omlaag. Bij Schuttert is dat niet zo. De broers mengen normaliter 50 procent maïs door hun kernvoer om hun voerkosten te drukken. „Op aanraden van de nutritionist van onze voerfabrikant mengen we nu nog slechts 35 procent maïs door hun kernvoer. Met 50 procent maïs kreeg de nutritionist niet alle voedingsstoffen in het kernvoer gemengd”, licht Schutter toe. „Bij ons stegen de voerkosten licht omdat deze al veel lager zijn dan bij collega-vermeerderaars. Dankzij het zelf bijmengen van 50 procent maïs drukken we onze voerkosten flink.” Schuttert kent geen enkele andere vermeerderaar die dat doet. „We zijn een uitzonderlijk geval”, benadrukt hij.
Technische resultaten
Op moment van schrijven, drie weken voordat de hennen geslacht worden, ziet het ernaar uit dat de eierproductie hoger uitkomst in de stallen met split feeding. „De hennen in de stallen met split feeding legden voor die tijd ook al meer eieren dan in onze andere stallen. Of de hogere eierproductie door split feeding komt, vind ik lastig te zeggen omdat andere factoren ook een rol kunnen komen.” Schuttert wil verder nog geen uitspraken doen over de resultaten. De broers willen de ronde eerst afronden en pas dan met cijfers komen. „We passen split feeding nu pas elf weken toe. Straks als de hennen weg zijn, hebben we het nog maar veertien weken toegepast. We hebben er dus nog maar een paar weken ervaring mee”, benadrukt Schuttert.
Indien ze wel verder gaan met split feeding wil Schuttert dit in alle stallen doen zodat hij niet meer drie voersoorten hoeft te bestellen. „Wij zijn er na 46 weken mee begonnen. Je kunt ook op een leeftijd van 30 weken, vlak na de top beginnen met splitfeeding. Eerder moet je het niet doen omdat de verplaatsing van opfokstal naar vleeskuikenouderdierenstal, de ontwikkeling van het legapparaat en het snel in productie komen al een stressvolle periode is voor de hennen. In zo’n periode moet je niet opeens anders gaan voeren.”
Kalk ’s middags snel opnemen
„Het voordeel van splitfeeding moet zijn dat de hennen ’s middags snel en eenvoudig kalk kunnen opnemen voor de vorming van de eischaal. In het middagvoer moet snel opneembare kalk zitten.” Dat kan mogelijk ook anders denkt Schuttert hardop. „Misschien nemen de hennen kalk uit kalksteentjes zoals grit en kiezel wel langzaam op? Misschien bereik je wel een soortgelijk effect door de laatste weken van een koppel grit en kiezel te verstrekken? Misschien blijven de eischalen dan ook tot het eind goed tot redelijk goed? Dit is een aanname van mij. Al ben ik geen nutritionist. Een nutritionist zal hier vast meer over weten”, zegt Schuttert.
Volgens Schuttert biedt split feeding bij leghennen meer voordelen dan bij vleeskuikenouderdieren. „Vleeskuikenouderdieren hebben zo’n 75 procent van het voer nodig voor onderhoud en circa 25 tot 30 procent voor het leggen van een ei. Bij leghennen is dat precies andersom. Die hebben maar 25 procent nodig voor onderhoud en zo’n 75 procent voor het leggen van een ei. Vandaar dat split feeding – dat alleen profijt biedt bij het leggen van het ei – bij leghennen veel meer voordelen biedt.”
Een gevolg van split feeding is dat de hennen nooit meer nuchter zijn. „In onze andere stallen zijn de hennen ’s middags nuchter. Zeker het eind van de middag zodat je ze kunt wegen. Bij split feeding is dat niet zo. Een hen die net gevreten en gedronken heeft, is zo 200 gram zwaarder dan een hen die nog moet vreten en drinken. Daardoor kun je heel lastig de uniformiteit in een koppel bepalen. De resultaten van mijn weger zeggen mij niet zoveel. Ik vind dit geen nadeel, maar collega vermeerderaars kunnen dit wel als nadeel ervaren.”