'Extra ondersteuning darmgezondheid soms nodig'
Dat zei nutritionist André de Ruijter van De Hoop Mengvoeders woensdagavond 7 oktober tijdens de live-uitzending 'Darmgezondheid vleeskuikens: Meten, weten én doen' van Pluimveeweb. „Darmgezondheid is een complex iets waarop veel factoren van invloed zijn. Per vleeskuikenhouder kunnen er verschillen zijn. Soms is het nodig om bij een klant extra ondersteuning in te zetten ten aanzien van darmgezondheid”, legt De Ruijter uit.
Voer is door de hoge voeropname van een vleeskuiken van grote invloed, maar andere zaken zijn ook belangrijk, stipt De Ruijter aan. Zo hebben aanwezige bacteriën, virussen en de coccidiosedruk in de stal ook veel invloed evenals bijvoorbeeld de kuikenkwaliteit, de waterkwaliteit, het stalklimaat en vaccinaties.
„Het gaat om een totaalbenadering van darmgezondheid waarin risicobeheersing centraal moet staan”, stelt de nutritionist. „Zo moeten vleeskuikenhouders hun stal goed reinigen en desinfecteren zodat ze een nieuwe ronde met een bacterie en virusvrije stal beginnen en moet een voerfabrikant bepaalde zekerheden in het voer inbouwen waardoor de darmgezondheid niet onder druk komt te staan.”
Hoeveelheid eiwit in het voer
„Eiwitkwaliteit, hoeveelheid eiwit in het voer, vetkwaliteit, maling, ruwe celstof bron, mineralen, mycotoxines en overige anti nutritionele factoren zijn belangrijke aspecten in het voer”, somt De Ruijter op.
„Vleeskuikens moeten precies die hoeveelheid eiwit in hun voer krijgen die ze om kunnen zetten om van te groeien. Dat luistert heel nauw. Een overschot aan eiwit in het voer scheiden vleeskuikens weer uit. Daarvoor is extra water nodig. Hierdoor stijgt de wateropname en dit leidt tot natter strooisel. Eiwitkwaliteit is daarnaast ook van belang. Vleeskuikens moeten het eiwit goed kunnen verteren. Soja kunnen ze beter verteren dan het goedkopere zonnebloempitschroot.”
Vetkwaliteit in het voer kan ook van grote invloed zijn op de darmgezondheid van vleeskuikens. Uit een proef van De Hoop met vijf vetbronnen bleek dat één vetbron duidelijk mindere technische resultaten en strooiselkwaliteit gaf.
Optimum qua maalfijnheid
Ook is er een optimum qua maalfijnheid van voergrondstoffen. „Indien we voergrondstoffen te fijn malen, dan stromen deze fijne delen te snel vanuit de spiermaag naar de dunne darm. Er is dan onvoldoende tijd voor een goede menging van de spijsbrij met zoutzuur en enzymen, wat negatief is voor de eiwitverteerbaarheid. Een te grove maling is ook niet goed en leidt ook tot minder technische resultaten.”
Ruwe celstofbronnen zijn ook van invloed op de darmgezondheid en een tekort of overschot aan mineralen heeft een negatief effect op de darmgezondheid. „Te veel kalium in het voer in niet goed. Het verlagen van het kaliumgehalte in het voer kost echter veel geld omdat het gebonden is aan grondstoffen zoals bijvoorbeeld sojaschroot.”
Het mycotoxineniveau in het voer mag niet te hoog zijn, waarschuwt De Ruijter. „Er zitten altijd wel wat toxines in het voer Maar een te hoog mycotoxinegehalte leidt tot darmschade en daardoor slechtere technische resultaten.”
Samenspel
Darmgezondheid is volgens De Ruijter altijd een samenspel tussen pluimveehouder, voervoorlichter en dierenarts. „Voor de hele sector geldt dat we steeds meer en meer bezig zijn hoe we de dieren gezond kunnen houden, want een gezond dier presteert beter.” Pluimveehouders kunnen volgens De Ruijter steeds beter inschatten wanneer het moment is dat er iets mis kan gaan qua darmgezondheid. „Hier anticiperen pluimveehouders steeds beter op. Al blijft darmgezondheid een complex iets dat continu aandacht moet krijgen.”
Nutritionist André de Ruijter van De Hoop Mengvoeders gaf woensdagavond 7 oktober een presentatie tijdens de live-uitzending 'Darmgezondheid vleeskuikens: Meten, weten én doen' van Pluimveeweb. Heeft u de uitzending gemist? Dan is dat geen probleem. Meld u hier aan en kijk de volledige uitzending terug.