Eierprijs in de winkel hoger, voor leghennenhouder lager
Dat maakte Agrimatie van Wageningen Economic Research afgelopen maandag 17 augustus bekend. In mei was de index 142 (2015=100), een half procent hoger dan in maart. Door de grote vraag naar eieren hadden pakstations moeite om te voldoen aan de vraag naar Beter Leven-eieren.
Onvrede prijsnotering
De prijs voor de leghennenhouder daalde in april en mei met 11 procent. Volgens Agrimatie is die daling conform het seizoenspartroon met een prijsdaling na Pasen. Dit jaar was er daarnaast een grotere vraag in de supermarkten. Er werd ook een prijsstijging verwacht of een kleine prijsdaling.
Leghennenhouders zagen dat eieren vaker opgehaald werden door de pakstations om aan de extra vraag te voldoen. Blijkbaar was de extra vraag in de supermarkten groter dan de mindere vraag vanuit de horeca en foodservice. Bij de leghennenhouders gaf dit veel onvrede over de prijsnotering. De marktnotering gaf in april en mei volgens hen geen goede weergave van de marktsituatie. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat een deel van de leghennenhouders werkt met vaste contractprijzen en dat de marktnotering dan geen invloed heeft op de financiële resultaten van het leghennenbedrijf.
Prijsontwikkeling
De consumentenprijsindex van eieren is in de maanden april en mei wederom iets gestegen. In mei was de index 142 (2015=100), een half procent hoger dan in maart. Door de coronacrisis was er veel extra vraag naar eieren in de supermarkt. Eierpakstations hadden moeite te voldoen aan de vraag naar eieren met het Beter Leven keurmerk. In enkele situaties werden weer gangbare scharreleieren verkocht.
De producentenprijs (voor de producten af eierpakstation) is in april en mei min of meer gelijk gebleven. Vanaf het begin van het jaar zijn er slechts kleine schommelingen in de index rondom het niveau van 107 punten. Die zijn te verklaren uit het feit dat een groot deel van de eieren aan de supermarkten geleverd wordt voor vaste prijzen (via jaarcontracten). Lees meer op de website van Agrimatie van Wageningen Economic Research.
