11.500 kippen vervroegd geslacht ondanks twee negatieve aanvullende salmonellatesten
Pluimveeweb sprak voor de totstandkoming van dit artikel met de desbetreffende pluimveehouder uit Renswoude. Die wil inhoudelijk niet reageren en het alleen bij feitelijke informatie over de situatie op het bedrijf houden.
In één van de drie stallen werden twee weken geleden de 32 weken oude vleeskuikenouderdieren door de pluimveehouder positief getest op de bacterie. Dit na een verplicht salmonellaonderzoek dat eens in twee door de pluimveehouder moet worden uitgevoerd.
Een dag nadat de positieve testuitslag was gemeld, werden de eigen dierenarts en de Gezondheidsdienst voor de Dieren (GD) ingeschakeld. Deze deden aanvullende monsteronderzoek in alle stallen. Uit de uitslag bleek dat er geen enkele kip op het bedrijf besmet was met de salmonellabacterie.
Toch vervroegde slachting
De resultaten van de aanvullende negatieve testen zijn doorgegeven aan het NVWA, maar die besloot tot vervroegde slachting. In een reactie op vragen van Pluimveeweb laat de organisatie weten dat het volgens EU-regelgeving verplicht is om tot vervroegde ruiming over te gaan, ook als er na een positieve test en aanvullende monsternames negatieve resultaten komen.
Er bestaat wel een uitzonderingsregel, maar daar is hier geen sprake van volgens het NVWA. „Er is geen reden te twijfelen aan de juistheid van de testuitslag van de eerste monsters. De monsters zijn immers geanalyseerd in een geaccrediteerd laboratorium”, zegt NVWA-woordvoerder Lex Benden.
Gewijzigde regelgeving
Eerder dit jaar werd door Nederland altijd aanvullend verificatieonderzoek gedaan bij een eerste positieve testuitslag. Vanaf maart werd Nederland door de Europese Commissie verplicht om gelijk tot vervroegde slachting over te gaan bij een eerste positieve test. „Ook ik heb tot mijn ongenoegen moeten constateren dat de Europese Commissie dit jaar de uitleg over de Nederlandse bestrijdingsaanpak niet meer acceptabel vindt. Nederland heeft tot nu toe verdedigd dat onze aanpak effectief is, de voedselveiligheid waarborgt en voorkomt dat gezonde dieren onnodig gedood worden”, schreef minister Schouten eerder dit jaar in een Kamerbrief.
De Europese Commissie is niet overtuigd van de Nederlandse wetgeving. „Die houdt nu strikt vast aan de EU-regelgeving die feitelijk geen ruimte laat voor de routinematige hertest die Nederland uitvoert bij elke eerste positieve testuitslag. De Commissie heeft Nederland erop gewezen dat Verordening slechts in uitzonderingsgevallen toestaat om zo’n hertest te doen”, aldus de minister. De definitie van een uitzondering is niet bekend.