Opkomst mobiele pluimveestallen bron van risico
NVP pleit voor aanpassing beleid mobiele pluimveestallen
In het Nederlands landschap zien we steeds vaker mobiele pluimveestallen verschijnen met enkele honderden kippen. De biologische scharreleieren worden veelal aan de weg verkocht. Op het eerste oog niks mis mee, behalve dat hiermee oude risico’s terugkeren, aldus de NVP.
'Tot 250 kippen onterecht vrijgesteld van wet -en regelgeving'
Bij risico’s voor volksgezondheid of dierziektes moet de sector samen met de overheid snel kunnen handelen. Daarom zijn er regels voor de identificatie en registratie (I&R) van dieren. Vanaf 250 kippen is het verplicht deze te laten registreren. Vanaf dit aantal wordt de aan- en afvoer van dieren gemeld en verwerkt door Avined, zodat er altijd een actueel beeld is van de aanwezigheid van pluimvee.
In mobiele kippenstallen, de zogenaamde Kip-caravans, zitten veelal minder dan 250 kippen, waardoor deze dieren niet in beeld zijn bij de overheid, noch sector. Zij maken daardoor ook geen onderdeel uitmaken van de monitoring- en preventieprogramma’s van de sector en overheid, op het gebied van diergezondheid (Diergezondheidsfonds), dierenwelzijn (NVWA, IKB) en voedselveiligheid (COKZ, IKB).
Leer van de geschiedenis
De mobiele kippenstallen zien er fraai uit en de houderij lijkt op de manier waarop onze opa’s en overgrootouders kippen hielden. De kleinschaligheid en ‘het rechtstreeks bij de boer kopen’ appelleren aan vroeger tijden en passen bij het beeld dat menigeen anno 2020 nastreeft. De gemiddelde burger associeert zijn ‘eitje uit de mobiele kippenstal die ergens in een weiland staat’ ongetwijfeld met ambachtelijk, eerlijk, veilig en fair trade voedsel, omdat geld niet in de zakken van de grootgrutter verdwijnt. Maar deze vorm van leghennenhouderij introduceert oude risico’s voor voedselveiligheid, (dier)ziekten en dierenwelzijn, aldus de NVP. Risico’s die door de tijd heen hebben geleid tot de hedendaagse professionele pluimveehouderij met effectieve monitoring- en preventieprogramma’s.
De oplossing
De NVP is van mening dat alleen eieren voor ‘eigen consumptie’ van hobby dierhouders, vrijgesteld mogen worden van regelgeving. „Samen met ketenpartners wordt ingezet op registratieplicht (I&R) voor alle pluimveehouders die eieren leveren voor gebruik buiten het eigen gezin. De vervolgstap is te zorgen dat ook deze pluimveehouders gaan meedraaien in de programma’s van de sector op gebied van voedselveiligheid, diergezondheid en dierenwelzijn. De nieuwe Animal Health Regulation (per april 2021) is een goed moment om dit te regelen", aldus de vakbond. De NVP heeft het ministerie van LNV reeds gewezen op de risico’s, rekent op de medewerking van de overheid en gaat samen met ketenpartners verder in gesprek over dit onderwerp.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Agrio archief
Bron: Nederlandse Vakbond Pluimveehouders