Onderzoek naar m.g.-infectie draagt bij aan terugdringen ziekte
Uit een risicoanalyse bleek dat de m.g.-infectie vooral bij leghennen voorkomt, veel minder bij vermeerderingsdieren en kalkoenen en (vrijwel) niet bij fokpluimvee. Daarnaast kwam naar voren dat een eerdere besmetting op het bedrijf, het houden van meerdere leeftijden en een m.g.-positief bedrijf in de buurt de belangrijkste risicofactoren zijn voor een besmetting. Ook werd bekend dat een m.g.-besmetting nog steeds in de leg, de commerciële sector en bij hobbypluimvee voorkomt. Uit de resultaten bleek daarnaast dat herbesmetting en nieuwe besmettingen van m.g. optreden bij een- en meerleeftijden legbedrijven.
Circuleert al 20 jaar
Uit genetisch onderzoek op 36 stammen, die afkomstig waren van uitbraken bij verschillende pluimveetypes (vleeskuiken, vermeerdering, leg kalkoen en hobby), bleek dat een aantal m.g. stammen al meer dan 20 jaar circuleert door Nederland. Dezelfde stammen worden in verschillende pluimveetypes gevonden, bijvoorbeeld kalkoen en vermeerdering. Ook kwam naar voren dat in de hobbypluimvee dezelfde stammen voorkomen die ook bij commercieel gezien zijn.
Achterhalen bron mogelijk
De resultaten laten zien dat de genetische test gebruikt kan worden om meer inzicht in de bron van de bacterieziekte te krijgen. Een belangrijke vraag is volgens Avined of op bedrijven die vaker positief worden getest, sprake is van herinfectie van dezelfde stam. De resultaten laten zien dat de bacterie aanwezig blijft of dat er steeds sprake is van nieuwe stammen. Daarbij speelt bioveiligheid een grote rol; als het een nieuwe stam is dan is een verbetering van bioveiligheid bij binnenkomst en rondom het bedrijf van groot belang volgens de organisatie.