Subsidieregeling voor fijnstofreductie pluimveestallen 1 juli open
Er is bij de eerste openstelling in juli en augustus dit jaar 7,5 miljoen euro beschikbaar. Bij de tweede openstelling volgend jaar omvat 7 miljoen euro. Daarnaast is er een half miljoen beschikbaar voor onderzoek naar onder meer fijnstofreductie. In zijn totaal is er dus 15 miljoen euro beschikbaar voor de pluimveesector.
Een voorwaarde is dat de pluimveehouder met de nieuwe en eerder geïnstalleerde technieken ervoor zorgt dat er minimaal minstens 45 procent minder fijnstof uit de stal komt. Ook moeten pluimveehouders de techniek binnen twe jaar installeren na de beslissing. Pluimvehouders kunnen subsidie krijgen voor de aanschaf en het gebruiksklaar maken van één of meer staltechnieken.
Subsidie voor strooiselschuif en ionisatie
Leghennenhouders kunnen subsidie ontvangen voor een investering in een strooiselschuif bij volièrehuisvesting. Leghennenhouders, vleeskuikenhouders en kalkoenhouders kunnen bovendien subsidie ontvangen voor een investeringen in positieve ionisatie met koolstofborsteltjes.
Vleeskuikenhouders kunnen daarnaast subsidie ontvangen voor investeringen in ionisatiesysteem met negatieve coronadraden, negatieve ionisatie met coronadraden, met 40 emitters per meter (prikkeldraad) en positieve ionisatie door middel van ionisatie-units met ingebouwde coronadraden en collectoroppervlak.
40 procent kosten vergoed
Pluimveehouders krijgen standaard 40 procent van de kosten vergoed. Dit is alleen voor kosten die onder deze subsidie vallen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) verhoogt dit percentage met 20 procent als één van deze punten voor de pluimveehouder geldt:
- De pluimveehouder is bij de aanvraag van de subsidie jonger dan 41 jaar. Of de pluimveehouder is bij de aanvraag maximaal 5 jaar landbouwer.
- De pluimveehouder maakt extra kosten om de natuurlijke omgeving, de hygiëne of het dierenwelzijn te verbeteren. Hierbij komt de pluimveehouder boven het niveau van de Europese Unie uit. De pluimveehouder mag hierdoor niet méér kunnen produceren.
Als beide punten voor een pluimveehouder gelden, verhoogt RVO het percentage met 40 procent.
Budget verdelen
RVO verdeelt het budget onder de aanvragers die het hoogst scoren op twee criteria. Het meest scoort een pluimveehouder als:
- Een pluimveehouder een techniek plaatst in een bestaande stal (2 punten). Plaatst de pluimveehouder de techniek in een stal die hij/zij gaat bouwen? Dan scoort hij/zij minder (1 punt). Investeert de pluimveehouder in meer stallen? Dan neemt RVO het gemiddeld aantal punten. Bijvoorbeeld bij één bestaande en één nieuwe stal scoort de pluimveehouder gemiddeld 1,5 punt;
- Een bedrijf in een pluimveedichtgebied ligt (3 punten). Welke gebieden dit zijn zijn op de kaart van RVO te zien. Indien pluimveehouders naar onderen scrollen naar bijlage 2.2.3 via deze link vinden ze een lijst met gemeenten die binnen deze gebieden liggen.
Kijk op RVO.nl voor meer informatie over de subsidieregeling.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Susan Rexwinkel
Bron: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland