LNV: 'Wij pleiten bij EU ook voor hertest salmonella bij vermeerderingsdieren'
'Verplicht ruimen bij salmonella blijft voorlopig nodig'
Hij is de vervanger van CVO Christianne Bruschke, de hoogste ambtenaar van het ministerie van Landbouw, Natuur & Voedselkwaliteit (LNV) op gebied van diergezondheid. Tot begin dit jaar liet de NVWA altijd standaard zelf nog een keer onderzoeken of vermeerderingsdieren daadwerkelijk besmet waren met salmonella na een positieve uitslag. De Europese Commissie verplichtte Nederland in januari hiermee te stoppen en een met salmonella besmet koppel vermeerderingsdieren direct te slachten bij één positieve uitslag. Alleen bij gerede twijfel mag hiervan worden afgeweken.
De Nederlandse pluimveesector reageerde woest op de gewijzigde regelgeving omdat er veel ‘vals positieve’ salmonella uitslagen zijn en dieren hierdoor onnodig geruimd moeten worden. De stuurgroep VB van LTO/NOP en NVP wil het zogeheten verificatie onderzoek na een positieve salmonella uitslag behouden voor de vermeerderingssector. „We willen dat de NVWA verificatieonderzoek laat doen bij een negatieve PCR test van de ouderdieren en negatieve inlegvellen van vleeskuikens. Daarmee willen we voorkomen dat er koppels ouderdieren vervroegd worden geslacht die achteraf niet salmonella positief zijn”, zei voorzitter Dick Schieven van de stuurgroep VB eind april tegen Pluimveeweb.nl.
Op vingers getikt
„Hertesten waren niet beschreven inde EU-regelgeving. Deze regelgeving is vrij rechttoe rechtaan. Daarom zijn we door de Europese Commissie op de vingers getikt”, motiveert Roest. De Europese Commissie dreigde de zogeheten cofinanciering voor de bestrijding van salmonella op te heffen indien LNV de Nederlandse werkwijze niet aanpaste. Deze cofinanciering bedraagt dit jaar 2,4 miljoen euro, hiervan is 400.000 bestemd voor de bestrijding op besmette vermeerderingsbedrijven. „In overleg met de pluimveesector hebben we de Nederlandse regelgeving aangepast omdat we beiden niet wilden dat de cofinanciering kwam te vervallen”, zegt Roest. Het Belgische ministerie van Landbouw volgde dat voorbeeld van Nederland.
„Ons systeem met hertesten bij een salmonellabesmetting levert betere resultaten op. De minister gaat het Nederlandse testregime beter onderbouwen bij de Europese Commissie nadat Wageningen UR het rapport hierover afgerond heeft.” Roest hoopt dat de Europese Commissie het Nederlandse systeem accepteert, maar wil Nederlandse vermeerderaars geen valse hoop geven. „Het is de vraag of de Europese Commissie haar regelgeving aan wil passen. Indien dit lukt, duurt dat jaren en kan in dit geval wel vijf jaar duren.”
Hoe ontstaan fouten?
Roest vindt dat de pluimveesector haar energie ook zou moeten steken in het achterhalen hoe positieve monsters ontstaan. „Het nemen van monster is van groot belang. Voor de sector is het belangrijk om te achterhalen waar die fouten ontstaan zodat je het proces kunt verbeteren. Is dat tijdens de monstername, het vervoer naar het laboratorium of in het laboratorium”, vraagt Roest zich af.
„Hoewel er in een laboratorium fouten kunnen ontstaan, hebben laboratoiumtesten ook een foutenmarge: hoe goed je de test ook uitvoert, soms wordt een niet juist resultaat verkregen. Door controle monsters met een bekende uitslag met de normale monsterstroom mee te laten lopen en door intensieve kwaliteitssystemen waarborgt een laboratorium dat de foutmarge tot een minimum beperkt wordt. Hierdoor is een uitslag niet zo maar positief terwijl die in werkelijkheid negatief is.”
Plaatsvervangend CVO Hendrik-Jan Roest gaat in een exclusief interview met vakblad Pluimveeweb in op het diergezondheidsbeleid van het ministerie van LNV voor (hoog pathogene) vogelgriep. Lees het interview in vakblad Pluimveeweb van juni dat donderdag 18 of vrijdag 19 juni is verschenen. Ontvangt u het vakblad Pluimveeweb nog niet? Vraag dan hier een gratis proefnummer aan. Wilt u een abonnement op vakblad Pluimveeweb? Klik dan hier.