NVP en LTO/NOP blij met fipronil uitspraak
De bedrijven Chickfriend en Chickclean zijn de overeenkomsten met de pluimveehouders om bloedluis te bestrijden niet goed nagekomen en zijn daar ook aansprakelijk voor. De rechtbank Arnhem komt tot dit oordeel op basis van een groot aantal bewijsstukken. Daarbij neemt ze aan dat de eigenaren van de bloedluisbestrijders wisten dat het bestrijdingsmiddel Dega-16 fipronil bevatte en dat het gebruik van deze biocide voor het bestrijden van bloedluis verboden is. In 2016 en 2017 lieten ongeveer 250 pluimveehouders hun stallen met Dega-16 reinigen door Chickfriend en/of Chickclean. Beide bedrijven beschikten niet over een bewijs van vakbekwaamheid dat op grond van artikel 71 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden nodig is voor het op professionele wijze bestrijden van ongedierte.
NVP: blij
De Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP) is blij met de uitspraak. In een eerste reactie onderstreept NVP voorzitter Hennie de Haan dat de NVP steeds heeft aangegeven dat de gedupeerde pluimveehouders slachtoffer zijn van frauduleus handelen van Chickfriend/Chickclean. „Ten tijde van de fipronilcrisis creëerden de overheid en de media (on-)bewust een beeld dat de pluimveehouders verantwoordelijk en schuldig waren aan het gebruik van ongeoorloofde middelen. Het werd geframed als bewust gebruik van een biocide dat werd betiteld als ‘wondermiddel’. Alsof pluimveehouders wisten dat Chickfriend/Chickclean een illegaal product had bijgemengd”, zegt De Haan. „Die beschuldigingen zorgden voor een extra harde klap in het gezicht van de gedupeerde pluimveehouders. En dat bovenop de enorme onzekerheid en gigantische financiële schade waarmee ze kampten."
Bewust gemengd
De rechter heeft nu vastgesteld dat Chickfriend/Chickclean van ‘de hoed en de rand’ wisten. „Ze mengden bewust illegaal fipronil in hun middel. Vervolgens deden ze er alles aan om dit te maskeren. Deze uitspraak maakt duidelijk dat de pluimveehouders slachtoffer zijn en dus geen dader, daarover kan geen discussie meer ontstaan”, aldus De Haan. Of de 120 pluimveehouders daadwerkelijk een schadevergoeding op hun bankrekening zullen aantreffen is hoogst onzeker. „Van een kale kip kun je niet veel plukken”, verzucht De Haan.
LTO: uitspraak conform verwachting
De uitspraak van de rechtbank is conform de verwachting die Eric Hubers, voorzitter van de LTO vakgroep Pluimveehouderij vooraf had. „Ik had eigenlijk geen andere uitspraak verwacht. Met deze uitspraak is duidelijk dat de pluimveehouders slachtoffer zijn van een criminele organisatie.” Over de door de rechter opgelegde vergoeding van de schade aan 120 pluimveehouders is Hubers duidelijk: „De schade zullen ze nooit kunnen betalen. Deze uitspraak vormt echter een goede basis in de procedure die we, samen met de NVP en een grote groep pluimveehouders, tegen de staat voeren vanwege falend toezicht. Bij een vrijspraak zou de kans op een mogelijk succes van deze rechtgang flinterdun zijn”, denkt Hubers. Insteek bij deze procedure in hoger beroep is het feit dat concrete tips, die deze fipronilcrisis hadden kunnen voorkomen, veel te lang zijn blijven liggen. Hubers: „De betrokken organisaties hebben niets met deze tips gedaan.”
Tekst: Guus Queisen
Opgegroeid op een gemengd agrarisch bedrijf op een typisch Zuid-Limburgse carréboerderij. Na een financieel/economische opleiding en diverse functies sinds 1985 in deeltijd en sinds 1996 fulltime op freelance basis actief in de landbouwjournalistiek. Volg kritisch alle ontwikkelingen die (in-)direct aan de agrarische sector gerelateerd zijn. Bij Agrio werkzaam voor zowel de papieren als de digitale uitgaven van: Stal en Akker, Pigbusiness, Melkvee en Akkerwijzer.
Beeld: Gerard Burgers
Bronnen: Rechtbank Arnhem, NOP, NVP