NVP roept pluimveehouders op reinigingsmiddelen volgens bijsluiter te gebruiken

In de pluimveehouderij zijn diverse producten te verkrijgen met allemaal hun eigen certificering. Voor bestrijdingsmiddelen, gewasbeschermingsmiddelen, diergeneesmiddelen en diervoeders zijn zaken geborgd via het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), REG NL en SecureFeed. Daarmee is het duidelijk dat gecertificeerde producten veilig kunnen worden toegepast in de pluimveehouderij.

Voor alle andere productgroepen, waaronder reinigingsmiddelen, is dat niet duidelijk. Het veilig gebruik, in relatie tot gezondheid en voedselveiligheid, wordt aan de beoordeling van de pluimveehouder over gelaten. Het is ongewenst en ondoenlijk dat de pluimveehouder die verantwoordelijkheid volledig op zich moet nemen.

Daarom roept de NVP alle fabrikanten en leveranciers op te zorgen voor heldere productinformatie, waaruit blijkt of/hoe het product veilig kan worden toegepast in stallen en/of de omgeving van kippen. Wanneer alle pluimveehouders alleen producten kopen van leveranciers die dat voor elkaar hebben, stimuleert dat hen om verantwoordelijkheid te nemen.

Beslisboom

Op de site van Avined staat een beslisboom die helpt bij het verantwoord gebruik. Het dient dan wel zoals vermeld op het label toegepast te worden, benadrukt de NVP.

In de praktijk komt het vaak voor dat een middel mag worden gebruikt in de pluimveehouderij, maar dat de toepassing niet of onvolledig is vermeld. Een middel mag dan bijvoorbeeld wel met een grove druppel worden verwerkt, maar er staat niet vermeld of het ook verneveld mag worden. Het foggen is daarmee formeel niet toegestaan. Wanneer dan problemen ontstaan met de gezondheid en/of voedselveiligheid staat de pluimveehouder er alleen voor.

‘Bijsluiter moet aansluiten op de praktijk’

Fabrikanten en registratiehouders moeten er volgens de NVP daarom voor zorgen dat de bijsluiters beter aansluiten bij toepassing in de praktijk. Het zou goed zijn wanneer zij zich beter verdiepen in het gebruik van de middelen en zorgen dat dit als zodanig ook is toegestaan. Door te overleggen met de gebruikers kan de juiste registratie aangevraagd worden. Dit zorgt voor duidelijkheid bij de gebruiker en voorkomt dat we onnodig risico’s lopen.

Een aantal bedrijven is hier al actief mee bezig. Zo bracht Frans Veugen Bedrijfshygiëne dit op verzoek van een klant onder de aandacht bij de leverancier van Aldekol des FF. De fabrikant heeft daarop het label aangepast waardoor het middel nu conform productinformatie ook door middel van foggen mag worden toegepast. Rob Veugen van het gelijknamige bedrijf beaamt dat fabrikanten vaak onvoldoende op de hoogte zijn van de manieren waarop reiniging en desinfectie plaats vindt. Er zijn diverse methodes in de omloop en dat betekend dat de middelen hiervoor erkend moeten zijn.

Er zijn echter nog leveranciers die hier geen actie op ondernemen. Zo mag het middel MS Megades volgens de productinformatie alleen worden gebruikt bij lage druk en dient het nadien te worden afgespoeld. Deze toepassing maakt het middel niet geschikt voor vernevelen met hoge druk en ook de eis om af te spoelen maakt het minder praktisch bruikbaar voor de pluimveehouderij.

Pluimveehouder loopt het risico

Voor de NVP is het duidelijk dat er voor de fabrikanten en registratiehouders een taak ligt om de bijsluiter aan te laten sluiten bij de praktijk. Pluimveehouders dienen er goed op te letten dat ze alleen middelen gebruiken op de wijze die volgens de productinformatie is toegestaan. Zolang er producten gekocht worden die niet de juiste registratie hebben, zal er niets veranderen en loopt de pluimveehouder het risico.

„Wij gaan graag het gesprek aan met IKB en industrie om de fabrikanten die de zaakjes voor elkaar hebben positief neer te zetten” zegt bestuurslid Dick Schieven. Via een IKB-middelen lijst kan de pluimveehouder dan snel zien welke producten volgens de bijsluiter geschikt zijn voor gebruik in stallen en/of de omgeving van kippen, zonder risico’s voor welzijn, gezondheid en voedselveiligheid. Op deze manier moet het volgens Schieven mogelijk zijn om binnen één à twee jaar alle middelen uit te bannen, die mogelijk risico’s opleveren. „Pluimveehouders moeten kunnen vertrouwen op hun leveranciers”, benadrukt Schieven.