Export leghenkuikens naar derde landen staat nog nagenoeg stil
„Een deel van de leghenkuikens die Nederlandse legbroederijen uitbroeden, verkopen ze aan afnemers in zogeheten derde landen, met name in Midden-Afrika. Normaliter gaan die kuikens mee met gecombineerde vluchten waarin kuikens en passagiers meegaan. Maar sinds 20 maart wordt er niet meer gevlogen op die landen vanuit West-Europa”, duidt Butijn het probleem.
In de week van maandag 23 maart kampten Nederlandse legbroederijen voor het eerst met dit probleem. „Voor een deel van de 500.000 tot 800.000 leghenkuikens is toen geen andere bestemming gevonden waardoor die kuikens zijn geëuthanaseerd. Dat kostte de legbroederijen gezamenlijk 1,1 miljoen euro.” Butijn vroeg namens het COBK het ministerie van Landbouw om steun om in ieder geval een gedeelte van die schade te vergoeden.
Het luchtverkeer in Europa komt nu weer enigszins op gang. Zo vliegt de KLM naar Duitsland, Spanje en andere Europese bestemmingen. Voor de export van eendagskuikens biedt dit echter geen soelaas omdat er nog niet op Midden-Afrika gevolgen wordt. „Aparte (cargo) vrachtvluchten met leghenkuikens en eventueel andere goederen naar Midden-Afrika maakt het transport veel te duur”, geeft Butijn aan.
Andere bestemmingen
„Nadat in de eerste week noodgedwongen leghenkuikens geëuthanaseerd zijn, lukt het Nederlandse legbroederijen nu meestal om andere bestemmingen in Europa te vinden. De kuikens die aanvankelijk voor derde landen bedoeld waren, gaan vooral naar Oost-Europa. Door de uitbraken van hoog pathogene vogelgriep in Polen en andere Oost-Europese landen is daar meer vraag naar leghenkuikens.”
Naar Rusland, Oekraïne en Wit-Rusland worden de kuikens per vrachtwagen vervoerd, nu het luchtverkeer grotendeels stilligt. „De vrachtwagens van broederijen en speciale eendagskuikentransporteurs zijn voor lange transporten ingericht”, vertelt Butijn.
Op gang komen
Butijn hoopt dat het transport van leghenkuikens naar derde landen gauw weer op gang komt. „Normaliter gaat het wekelijks om 500.000 tot zo’n 800.000 leghenkuikens. Nu kunnen Nederlandse legbroederijen deze tijdelijk exporteren naar Oost-Europese afnemers omdat daar veel leghennen geruimd zijn als gevolg van hoog pathogene vogelgriepuitbraken. Maar dat kan niet weken of maanden zo doorgaan. Daarnaast vragen afnemers in Congo of Oeganda nadrukkelijk om Nederlandse leghenkuikens. Het gaat daar om voor die landen enorme bedrijven met bijvoorbeeld 80.000 leghennen. Die bedrijven willen niet weken of maanden leeg staan. Dan komt de voedselvoorziening in die landen in gevaar.”
„Afnemers in derde landen dringen er bij hun overheden steeds nadrukkelijker op aan om het transport van leghenkuikens vanuit Europa weer mogelijk te maken. Hetzelfde doen wij bij het ministerie van Landbouw en bij de EU. Door vanuit twee kanten druk uit te oefenen, hopen we dat het transport weer gauw op gang komt. Dat is goed voor Nederlandse legbroederijen, hun buitenlandse afnemersop en inwoners van die landen zodat de voedselvoorziening in die landen op peil blijft.” Hoe lang het duurt voordat het transport weer op gang komt, weet Butijn niet. „Dat kan wel maanden duren en is afhankelijk van veel factoren. We zijn uiteindelijk afhankelijk van de beslissingen van overheden. Tot die tijd kaarten we de problemen bij overheden aan en pleiten we voor steun voor getroffen legbroederijen.”