Pluimveesector verbaast over afwijzen steun en luidt noodklok
Eendenbedrijven dreigen failliet te gaan zonder steun
Avined is verbaasd en teleurgesteld dat het ministerie van Landbouw afgelopen vrijdag 17 april liet weten dat zowel de eendensector als broederijen die kuikens exporteren niet aanmerking komen voor een vergoeding.
Het ministerie verwees naar een drietal voorwaarden om in aanmerking te komen voor steun:
- Productie gaat onverminderd door, terwijl er geen afzet is en
- Er is geen opslagmogelijkheid en
- Er is sprake van een seizoenspiek.
Verbaasd over criteria
Avined en de daaronder ressorterende pluimvee organisaties verbazen zich over deze criteria en stellen vast dat de Europese Commissie zo veel mogelijk nationale steun aan sectoren faciliteert. „Daarnaast horen wij steeds vanuit het kabinet dat er geen enkele sector onnodige schade hoeft te leiden door de genomen maatregelen”, zegt secretaris Ben Dellaert van Avined. Hij vraagt zich af waarom een seizoenspiek een voorwaarde is en waarom aardappeltelers voor fritesaardappelen wel steun krijgen.
„De situatie is erg nijpend. Daarom luiden we op deze manier de noodklok. Wij willen graag snel van de minister horen of ze de eendensector en broederijen die eendagskuikens exporteren op een andere wijze tegemoet kan komen. Wij willen het liefst deze week nog met het ministerie in gesprek hierover”, zegt Dellaert.
Opzet eenden ligt stil
Ook in de pluimveeketens zijn de negatieve gevolgen van de corona‐pandemie dus merkbaar. Met name bij de gehele eendenketen (van ouderdieren tot en met slachterij) en bij de afzet van eendagskuikens is er sprake van grote knelpunten.
De problemen in de eendenketen komen door het vrijwel volledig wegvallen van de vraag naar eendenvlees. Dit komt omdat zo goed als alle afzet via de horeca verloopt of afhankelijk is van export naar (veelal Aziatisch georiënteerde) groothandels in heel Europa, welke uiteindelijk ook bij de horeca terecht komt. Tevens zijn koel‐ en vrieshuizen inmiddels overvol, volgens Avined. Sinds maandag 30 maart worden er daarom acht weken er geen eendenkuikens meer opgezet in de Nederlandse eendenhouderij. Dat besloot ketenregisseur en eendenslachterij Tomassen Duck-To in Ermelo (GD).
Ten aanzien van de eendagskuikens is het grootste knelpunt dat de export naar derde landen niet door kan gaan als gevolg van het wegvallen van vluchten. Ook hier is sprake van een unieke situatie omdat de productie van eendagskuikens, bestemd voor de export, doorgaat zo lang de broedeieren in de broedmachines liggen en de afzet naar verre bestemmingen niet meer mogelijk is vanwege het schrappen van de vluchten.
Sectorpartijen verantwoordelijkheid genomen
In beide gevallen hebben de sectorpartijen hun eigen verantwoordelijkheid genomen om de problemen zover mogelijk te beperken. Bijvoorbeeld door het zo veel mogelijk herverdelen van eendagskuikens en het volledig stoppen van de inleg van broedeieren voor eenden. Daardoor hebben vermeerderaars wel iedere week al hun eieren moeten vernietigen, aangezien er geen alternatieve bestemming voor is en deze ook niet opgeslagen kunnen worden. Dit zorgt op termijn voor leegstand op de eendenbedrijven. Dit leidt voor de betrokken bedrijven tot hoge kosten.
„De sectorpartijen hebben dit desalniettemin voortvarend opgepakt, erop vertrouwende dat de overheid hen zou helpen in deze crisis. Premier Rutte gaf immers aan dat de overheid banen en inkomens wil beschermen en de gevolgen van de coronacrisis wil opvangen. Maar nu dreigen faillissementen in de eendenhouderij omdat de steun is afgewezen”, zegt Dellaert.