'Ongekende vooruitgang in 25 jaar vleespluimveehouderij'

Dat zegt Patrick van den Hurk. Hij was 3 april 2020 25 jaar in dienst bij Coppens Diervoeding. Een mooie mijlpaal voor een interview met de commercieel manager Vleespluimvee en vleeskuikenhouder in het Brabantse Biezenmortel.

Tijdens zijn studie liep van den Hurk (48) stage bij Coppens Mengunie in Helvoirt (NB). „Een van de bedrijfsadviseurs ging daar weg en ik kon direct beginnen als ik afgestudeerd was aan de HAS. Coppens was toen nog actief in leg- en vleespluimvee, varkens en rundvee”, blikt van den Hurk terug. Hij startte als pluimveeadviseur en begeleidde zowel leg-als vleespluimveebedrijven. In 2000 fuseerde Coppens Mengunie met Coppens Hoogeloon tot Coppens Diervoeding. Momenteel gespecialiseerd in de varkens- en vleespluimveesector met een jaarlijkse productie van ruim 320.000 ton voer.

Vleeskuikenhouder gaat voor dierwelzijn
Voor van den Hurk was de grootste verandering in zijn persoonlijk werk de omschakeling van 100 procent bedrijven adviseren en acquisitie uitvoeren naar het aansturen van het pluimveeteam. „De bedrijven zijn in de afgelopen 25 jaar steeds verder gespecialiseerd en geprofessionaliseerd. De vooruitgang op de bedrijven vind ik mooi om te zien en volgen. Wat we vroeger voor onmogelijk hielden, een voerconversie van 1,00 op 1500 gram halen we nu. Dat zijn mooie mijlpalen”, zegt van den Hurk.

Die vooruitgang zet zich door. Volgens van de Hurk ligt de nadruk nu meer op robuustheid en worden de welzijnsfactoren steeds belangrijker. „Dierenwelzijn zit bij de vleeskuikenhouders in de genen. Als het dierenwelzijn goed is, is alles beter beheersbaar, het klimaat, strooisel. Zeker in deze tijd met meer personeel werkt dat veel beter.”

Ketenproductie
Coppens was de eerste met een langzaamgroeiend concept: Volwaard. „We zijn 13 jaar geleden met Volwaard gestart met Ad Kemps als geestelijke vader. Ik ben er altijd bij betrokken geweest voor de praktische invulling. Ik had niet verwacht dat het zo groot zou worden.” De afzet van vleeskuikenvoer bij Coppens Diervoeding is nu 30 procent voor langzaamgroeiende- en 70 procent voor reguliere kuikens.

„Ik ben ervan overtuigd dat we in de toekomst steeds meer in concepten gaan werken. Niet alleen met langzaamgroeiende kuikens maar ook met reguliere. Bijvoorbeeld voor bepaalde ketens zoals Mc Donald of KFC. Bedrijven willen dat hun productieketen volledig transparant is”, zegt van den Hurk.

Vleeskuikenhouder
Het vleeskuikenbedrijf van familie van den Hurk is in de afgelopen 25 jaar gegroeid van 10.000 naar 185.000 kuikens. „Ik heb de combinatie altijd geweldig boeiend gevonden. Ik weet wat er in de praktijk speelt, wat er fout kan gaan, heb dezelfde zorgen over bepaalde zaken en weet hoe belangrijk het is om alle punten op de i te zetten om goede resultaten te behalen. Mijn vrouw Elvera is thuis het dagelijks aanspreekpunt en de dagelijkse aansturing. Zonder haar is de combinatie niet mogelijk.”

Markante gebeurtenissen
De vogelgriep in 2003 noemt van den Hurk als een van de markantste gebeurtenissen in zijn carrière. „We wisten nauwelijks van vogelgriep, kenden alleen NCD en toen was bijna het hele land zonder pluimvee. Ik heb toen tot in Den Haag mee gelobbyd bij destijds minister Veerman voor corridors om kippen te kunnen laten slachten.”

Een mooier hoogtepunt noemt hij de BIG Challenge deelname met team Coppens in 2018. Patrick van den Hurk: „Geweldig om samen met collega’s en een grote groep uit de agrarische sector mee te doen aan de Alpe d’HuZes. Veel geld opgehaald én de agrarische sector in een positief daglicht gezet.”

Stel doelen
Het advies van Patrick van den Hurk aan vleeskuikenhouders is: „Probeer te kijken wat je op jouw bedrijf kunt verbeteren en probeer het elke dag beter te doen. Werk constructief samen met je partners en stel doelen voor jezelf.” Op korte termijn kan er veel veranderen; dat heeft de coronacrisis laten zien. „Schakel nu goed met je afnemer en doe samen verstandige dingen. Het heeft geen nut om vlees te produceren waar geen afzet voor is. Ik heb de indruk dat de vleespluimveehouders de ernst van de situatie goed inzien”, besluit van den Hurk.