Column: Calon legde doelbewust een bom onder samenwerking in het Landbouw Collectief
Niet verstandig om dat overleg op te schorten, 'wij willen het liefst doorpraten en bekijken nu hoe we verder moeten met het Landbouw Collectief', liet Calon optekenen. Naast veel andere verstandige zaken als hoe dom het zou zijn om als landbouw alleen voor de binnenlandse markt te produceren. Maar die opmerkingen sneuvelden in de stortvloed van boze en teleurgestelde reacties.
Judas-gedrag
FDF-voorzitter Mark van den Oever sprak in de sfeer van Pasen in zijn inmiddels bekende militante stijl over Judas-gedrag zonder daarbij direct de naam Calon te noemen. LTO zelf moest uiteindelijk ook reageren want veel eigen leden waren kritisch over de uitlatingen van hun voorzitter. Of begrepen deze niet. Er werd in een toelichting gewezen op het tijdelijk karakter van het Landbouw Collectief dat een half jaar geleden opgericht werd.
Dat tijdelijke kan best kloppen maar waarom dat juist nu in deze fase opeens benadrukt wordt, is een raadsel. Of beter gezegd; een vergezocht excuus. Niemand weet nog hoe de zaken komen te liggen na het coronatijdperk. Bovendien, en dat is veel belangrijker, als het stikstofdossier echt opgelost of geregeld is, dan ligt het opheffen van het Landbouw Collectief logischerwijze veel meer voor de hand. Al zou dat jammer zijn want één permanente gezamenlijke belangenbehartiger voor de hele Nederlandse landbouw is het mooiste, maar (helaas) vrijwel zeker nog een paar bruggen te ver.
Met zijn uitlatingen heeft Calon die positie van het Collectief verzwakt. Reken maar dat dit in politiek en bestuurlijk Den Haag gelezen wordt. Kunnen we geen zaken doen met dat lastige LC? Dan kan dat met LTO apart misschien wel, zo zal daar geredeneerd worden. De minister kan dat vervolgens in de politiek verkopen. Zelfs al beseft iedereen dat een oplossing waarbij een groot deel van de landbouw buitenspel staat, absoluut geen breed draagvlak zal hebben.
Luidruchtige bonden
Omdat Calon een slimme en ervaren politicus is, heeft hij diens uitlatingen natuurlijk niet per ongeluk gedaan. Naar zijn motivatie is het gissen. Werd het hem gewoon te veel dat de rol van LTO en zeker diens voorzitter al een half jaar ondergeschikt is aan dat van het LC en andere, meer luidruchtige bonden?
Kan of wil hij niet accepteren dat het vertrouwde overleg- en poldermodel, waarin LTO decennialang uitblonk, misschien zijn tijd gehad heeft? Overigens, de verdiensten van LTO in het verleden mogen dan wel door groepen als met name FDF onderschat worden, maar zijn er wel degelijk, zowel landelijk als regionaal. Alleen, de weerstand tegen de huidige landbouw is bij sommige groepen en partijen al jaren zo groot dat LTO vaak tevreden moest zijn met afzwakking van de meest slechte voorstellen en plannen.
Slechte plannen en voorstellen die tot op de dag van vandaag doorgaan. Ook nu ziet een partij als de PvdD de coronacrisis als een uitgelezen kans om de eigen politieke agenda door te drijven op weg naar een ideale wereld zonder honger, vlees en zoönosen. Gelukkig zien verreweg de meeste Nederlanders in dat de PvdD en haar sympathisanten een Fata Morgana nastreven. Terwijl die verfoeide landbouw juist nu zorgt dat niemand bang hoeft te zijn voor een tekort aan voedsel.
Trieste zaak
Calon heeft met zijn uitlatingen ook de positie van zijn eigen LTO-mensen in het LC verzwakt. Eigenlijk zegt hij dat ze niet akkoord hadden moeten gaan met het opschorten van het overleg met de minister. Dat is bepaald niet de steun die je als LTO-vertegenwoordiger in het LC kunt gebruiken.
Voor iedereen was vanaf het begin duidelijk dat de meningen, standpunten en vooral de stijl van belangenbehartiging bij de dertien organisaties binnen het LC enorm verschillend zijn. Het is daarom een knappe prestatie van LC-voorzitter Aalt Dijkhuizen dat hij al die kikkers afgelopen maanden in de kruiwagen heeft weten te houden.
Dat nu juist een gefrustreerde voorzitter van LTO doelbewust een bom onder die landbouwbrede samenwerking legt, is een trieste zaak. De vraag is of Calon nog wel spreekt namens de meerderheid van zijn leden of dat zijn positie inmiddels onhoudbaar is.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ruud Jacobs