'Journalisten zijn te lui om zich echt te verdiepen in de stikstofcrisis'
In zijn blogpost had Jaap Hanekamp kritische kanttekeningen geplaats over media aangaande de berichtgeving over het eerste rapport van Hordijk. „Wat ik gedaan heb, is gewoon de koppen gelezen en vervolgens gekeken wat de commissie hierover zegt”, legt Hanekamp uit. „En dan blijkt dat kranten heel graag hun eigen bal willen uitspelen, zoals zij het graag zien. Teleurstellend. Kranten zijn nauwelijks bezig met het weergeven wat wij als commissie daadwerkelijk gedaan en geschreven hebben. Ze voorsorteren al op het beeld dat ze naar buiten willen brengen; een selectieve duiding. Ik stond in de Volkskrant zelfs beschreven als de ‘bekende RIVM-criticus’. Dat snapte ik oprecht niet. Ik zou eerder de WUR criticus genoemd moeten worden.”
Niet weergeven realiteit
De chemicus denkt dat de media allang geen informatie- of kennisbron meer is. „Het is veel meer de mening van een journalist en dit geldt zeker in het stikstofdebat. Ik merk dat journalisten niet geïnteresseerd of te lui of te vooringenomen zijn om te schrijven wat ze waarnemen. Het is heel snel ‘wat vind ik ervan’; hij of zij schrift iets en dan is het klaar. De media wil het publiek iets voorhouden rondom landbouw, stikstof en natuur dat niet de realiteit weergeeft. Het delen van informatie is naar de achtergrond geschoven en selectieve berichtgeving staat op de voorpagina. Ik heb de indruk dat journalisten vooral hun stem willen laten horen, hun positie willen laten zien en zich niet daadwerkelijk willen verdiepen in bijvoorbeeld stikstof.”
Ondertussen wordt het publiek wel iets voorgehouden en zal er volgens Hanekamp een groep Nederlanders zijn die daardoor een beeld van stikstof en landbouw krijgen die bezijden de waarheid is. „Ik ben de zogenaamde proxydebatten meer dan zat. Ik bedoel dat onderzoek wordt beoordeeld niet door de kwaliteit van de inhoud maar op basis van de financieringsbron. Dat is journalistieke luiheid. Een onderzoek dat gefinancierd is door een landbouwbouwpartij, bijvoorbeeld het Mesdag Zuivelfonds, zal volgens hen altijd gelieerd zijn aan het agrarisch belang. We moeten daar van af. Het moet altijd over de inhoud gaan. De gerenommeerde filosoof Harry Frankfurt schreef het boek ‘On Bullshit’ dat laat zien dat de samenleving steeds minder geïnteresseerd is geraakt in de waarheid. Dat merk je dus steeds weer opnieuw en zeker in het stikstofdebat.”
Doorbreken ‘bullshitcultuur’
Hanekamp wil die ‘bullshitcultuur’ doorbreken door op zoek te gaan naar stukjes waarheid. Is dit ook wat commissie Hordijk wil? „Een commissie als Hordijk is een poging om die ‘bullshitcultuur’ te doorbreken. Het is goed om even een pas op de plaats te maken en ons af te vragen waarom zijn we zover gekomen als we gekomen zijn. En tot nu toe slagen we daar als commissie best aardig in.”
Hij neemt als voorbeeld de aanbeveling van de commissie dat men niet alleen het OPS-model moet gebruiken voor Aerius, maar een ensemble van modellen gaan draaien om niet volledig afhankelijk te zijn van één model. „Zeg maar een soort risicospreiding, maar ook om meer precisie te krijgen in de depositie op een natuurgebied. Dat heeft een behoorlijk aantal consequenties. Het hele systeem van vergunningverlening meerdere modellen moeten draaien met verschillende uitkomsten en beleidsmatig moet men bepalen hoe dit moet worden gehanteerd. Het hele proces van wetenschappelijk naar beleidsmatig dient dan opnieuw bekeken te worden. Daarnaast adviseert de commissie meer meetpunten en ook punten die de droge depositie meten. Dat moet ook gaan gebeuren. Dat betekent dat je de database verstevigt en in feite tot betere antwoorden kunt komen voor beleid.”
Ratio versus emotie
De commissie kiest dus voor een rationele benadering, maar het stikstofdebat is verwoorden tot een emotionele discussie en dat ziet Hanekamp ook: „Het lijkt wel of het stikstofdebat dat technisch zou moeten zijn een moreel debat geworden is, terwijl heel veel morele debatten juist technisch gemaakt, zoals abortus en euthanasie. Dit debat en de KDW’s hebben een morele geur gekregen. De ironie is weer dat we de uitvoering weer veel te technisch benaderen. Maar als je dieper graaft, dan zie je in het stikstofdebat de aloude machtsstrijd terugkomen van stad versus platteland. Stedelijke bestuurders hebben altijd graag het land van de boeren willen ontfutselen. Tegenwoordig is dat stedelijk gebied groter, is ook de claim op landbouwgrond groter geworden en er zijn meer bestuurslagen. Daarmee wordt het machtsconflict vervolgens verder uitvergroot.”
Groepen mensen in de samenleving hebben dus een gedeeld wereldbeeld en –belang en dat botst met andere denkbeelden. Hanekamp: „Dat zorgt voor een polarisatie en een versterkte machtsstrijd, dat voorlopig in de stokstofdiscussie nog wel even doorettert. Dan is de vraag wie kan hier sturing aan geven. De politiek wil dat doorbreken door een groep mensen aan te stellen, die er verstand van hebben en ons kunnen vertellen hoe dingen verder moeten. Commissie Hordijk is daar een voorbeeld van. Toch speelt hier ook het expertdom weer een rol. Alleen deskundigen ofwel de experts zijn diegenen die de wereld objectiverend en neutraal kunnen beoordelen. Dat is natuurlijk niet zo. De wetenschap kijkt altijd selectief op iets. Niet dat ze subjectief zijn of aan ‘cherry picking’ doen, maar de wereld is meer dan feiten alleen en realiteit heeft veel dimensies.”