Traag groeiende vleeskuikens vraagt niet om aanpassing in bestrijding van ziekte van Marek

Het virus van de ziekte van Marek is een van de meest hardnekkige virussen bij pluimvee. De ziekte kenmerkt zich onder andere door tumorvorming van weefsel in verschillende lichaamszenuwen, organen, spieren en op de huid. Om zicht te krijgen op een mogelijke Marek virus bij traag groeiende vleeskuikens is er een inventariserend onderzoek uitgevoerd bij vijf vleeskuikenkoppels, gehuisvest op verschillende bedrijven. De onderzochte koppels vertoonden geen verschijnselen van de ziekte. Het virus is ook niet aangetoond. Het onderzoek vormt op dit moment geen reden om tot extra bestrijdingsmaatregelen over te gaan, meldt Avined deze week.

In het onderzoek is onder andere gekeken naar het vóórkomen van het Marek veldvirus in stofmonsters en het uitscheiden van het Marek veldvirus via veren. Daarnaast is onderzoek gedaan naar macroscopische en microscopische afwijkingen die veroorzaakt kunnen worden door de ziekte. Verder zijn de prestaties van de koppels meegenomen in het onderzoek. Bij geen van de vijf koppels werden macroscopische of microscopische veranderingen gevonden die wijzen op de ziekte van Marek. In de onderzochte dieren en de stofmonsters werd ook geen Marek veldvirus gevonden. En de prestaties van alle koppels waren goed.

De resultaten van deze studie zijn momenteel geen aanleiding voor extra bestrijdingsmaatregelen vanwege de ziekte van Marek. Omdat het onderzoek maar bij een klein aantal bedrijven is gedaan, mag niet geconcludeerd worden dat infecties met het virus niet aan de orde zijn bij de rest van de Nederlandse vleeskuikenbedrijven. In het kader van preventie is goede bedrijfshygiëne met grondige reiniging en ontsmetting tussen rondes en all-in all-out erg belangrijk. Systemen met meer leeftijden van kuikens zijn sterk af te raden. Voorafgaand aan dit onderzoek zijn er namelijk een aantal gevallen van de ziekte bij traag groeiende vleeskuikens geconstateerd, met name in bedrijven met pluimvee in verschillende leeftijden. Lees op de website van Avined meer over het onderzoek.