'Aantal salmonellabesmettingen moet omlaag in Vlaamse pluimveesector'
De pluimveedierenarts van pluimveepraktijk Degudap uit het Vlaamse Izegem gaf afgelopen vrijdag 28 februari een presentatie tijdens een pluimveeseminar op de vakbeurs Agridagen in het Vlaamse Ravels. De Gussem ging onder meer in op de sterke en zwakke punten van de Vlaamse pluimveesector. Zo is Mycoplasma synoviae (M.s.)-status een sterk punt en beter dan in Nederland.
De salmonellastatus is dat zeer zeker niet en de ontwikkelingen zijn niet positief. Zo steeg het aantal besmette koppels vleeskuikens van 1,4 procent in 2015 naar 1,6 procent in 2016, 2,4 procent in 2017 en 3,1 procent in 2018. In 2018 waren er 331 koppels vleeskuikens besmet met salmonella.
‘Vaccinatie vleeskuikens nieuwe norm?’
„Vaccinatie van vleeskuikens tegen salmonella zou wel eens de norm kunnen worden als de situatie niet verbetert”, stelt De Gussem. „Met enten tegen Salmonella infantis zijn er reeds goede ervaringen in buitenland.”
Volgens de pluimveedierenarts is het moeilijk te bepalen waar de investering tegen salmonellabestrijding het beste rendeert. „Waar kunnen we salmonellabesmettingen het beste controleren? Bij moederdieren, in voer, in vleeskuikenstallen of bij vleeskuikens?”, vraagt hij zich af. „Op alle fronten zijn inspanningen nodig.”
Voer is volgens hem de grootste uitdaging qua bestrijding van salmonella. „Er zijn nieuwe technieken zoals additieven die in de darm aanhechting tegengaan waardoor een Salmonella minder hard groeit”, geeft hij aan.
Mycoplasma synoviae
De Mycoplasma Synoviae (M.s.)-status is een sterk punt van de Vlaamse pluimveesector. Zo was in 2018 geen enkele legkoppel besmet en bedroeg het aantal besmette opfok en vermeerderingskoppels ook maar een paar procent. In Nederland was in 2018 39 procent van de vleeskuikenouderdierenkoppels besmet en aan het einde van leg ook 74 procent van de legkoppels. Vlaanderen doet dat dus veel beter. „Qua M.s.-status kunnen we ons meten met de beste landen. Goede testen en gebruik van vaccinatie bewijst hier goed te werken”, zegt De Gussem.
„Enten is niet dé oplossing om Mycoplasma synoviae (M.s.) uit te bannen”, zei pluimveedierenarts Anneke Feberwee van de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) in januari tegen Pluimveeweb.nl. „Met enten roei je de veldstam niet uit. Wel verklein je de kans op negatieve gevolgen van M.s. bij vleeskuikenouderdieren en wordt de overdracht naar de vleeskuikens minder.”
De Gussem geeft aan dat dit niet in lijn is met de ervaringen in Vlaanderen waar 10 jaar terug de M.s. prevalentie even hoog was als in Nederland, maar sindsdien significant verbeterde.
‘Pluimveedichtheid zwakte’
De Gussem vindt de pluimveedichtheid van Vlaanderen een zwakte. „Het gebied vanaf Noord-Frankrijk tot en met West-Duitsland, waar België en Nederland deel van uitmaken, kun je zien als één groot meerleeftijdenbedrijf met leghennen, vleeskuikens en kalkoenen waar ziekteoverdracht eenvoudig en snel kan plaatsvinden.”
Door die hoge pluimveedichtheid is enten noodzakelijk. „Vlaamse pluimveehouders boeken goede technische resultaten. In Nieuw-Zeeland boeken ze soortgelijke resultaten, maar daar enten ze niet waardoor de groei van vleeskuikens nog iets hoger ligt.”
‘Vrije uitloop bedreiging’
„Vrije uitloopsystemen voor leghennen maar ook vleeskuikens en vermeerderingsdieren zorgen voor een toenemend aantal besmettingen met bijvoorbeeld virussen zoals vogelgriep of Newcastle Disease (NCD), maar ook bacterieel als Salmonella, Pasteurella en Mycoplasma synoviae”, verwacht De Gussem.
„Dierziektes kunnen negatief zijn voor de Vlaamse pluimveesector, maar met de juiste instelling en aanpak is het ook een troef voor de toekomst”, stelt De Gussem. Hij vindt dat de sector daarbij zelf het heft in handen moet nemen en niet de overheid. „De overheid baseert zich vaak op verouderde wet- en regelgeving en met verouderde schema’s en technieken en kan daardoor niet altijd adequaat optreden in gevallen van crisis. De ontwikkelingen van technieken en vaccins gaan tegenwoordig razendsnel. Daar moet je als sector gebruik van maken. De aanpak van M.s. is een goed voorbeeld. Door hierbij zelf het heft in hand te nemen door controles en vaccinatie is het percentage besmette koppels veel lager dan bijvoorbeeld in Nederland.”
De aanpak van laag pathogene vogelgriep in Vlaanderen vorig jaar was volgens De Gussem ook een goed voorbeeld. De overheid handelde bij de aanpak van laag pathogene vogelgriep veel te traag, vindt de pluimveedierenarts. Hierdoor raakten onnodig veel bedrijven besmet en kostte het de sector miljoenen. „Direct ruimen na de eerste besmetting was een betere aanpak geweest”, stelt de pluimveedierenarts.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Ellen Meinen, Tom Schotman