'Problemen; ga met voeradviseur en dierenarts aan tafel'
Dat was de belangrijkste conclusie van de studieavond ‘Voeding van vleeskuikens’ georganiseerd door Gezondheidscentrum voor Pluimvee in Emmen op dinsdag 18 februari.
Bekijk kuikens
Voerkosten bepalen een groot deel van de bedrijfskosten en goede voeding en vertering bepalen voor een groot deel het financiële resultaat van een koppel. „Reden voor ons om een avond over voeding te organiseren”, zegt Gerwin Bouwhuis, dierenarts GvP Emmen die zich heeft gespecialiseerd op het gebied van veevoeding binnen het Gezondheidscentrum. „Vaak wordt er bij problemen gezegd; het voer is niet goed. Zo eenvoudig ligt het niet. Het is belangrijk om te kijken wat er in de kip en in de stal gebeurt. Hoe is de kropvulling, het darmstelsel, darmvlokken, magen, het gedrag van de kuikens en het management. Bekijk dat samen met de voeradviseur, voordat je investeert in dure onderzoeken en analyses”, zegt Bouwhuis.
Na sectie heeft de dierenarts meer informatie. „Kunnen we zaken op ziektekundig gebied uitsluiten, dan kan in de overleg met de voeradviseur de volgende stap een voeranalyse of aanpassing zijn”, aldus de dierenarts. Op deze manier worden overbodige kosten voorkomen.
Practicum
Een groot aantal vleeskuikenhouders bracht een voermonster mee. „We hebben de structuur van het vleeskuikenvoer in het lab beoordeeld. Dat maakte het verschil in opbouw van de structuur tussen start- en groeivoeders inzichtelijk. Belangrijk is dat het voer in het begin van de groeiperiode niet te grove delen bevat. De voeders lieten de verschillende structuren goed zien.” De verschillende voerbonnen werden besproken en beoordeeld. Diverse soorten grondstoffen, vetten, eiwitbronnen en vetemulgatoren kwamen aan de orde; het nut en de noodzaak ervan.
„In de vleeskuikensector komt het al vaker voor dat, net zoals in de legpluimveehouderij, meerdere enkelvoudige grondstoffen op het bedrijf worden toegevoegd. „Mais is bijvoorbeeld een grondstof die positief bijdraagt aan de darmgezondheid. Dat biedt kansen voor een aantal vleeskuikenhouders”, licht Bouwhuis toe. Net zoals lokale eiwitbronnen of insecten om duurzamer te produceren. „Vleeskuikenhouders vinden over het algemeen alles prima zolang het rendement gehaald wordt", zegt Bouwhuis.
Opvallend was dat de eiwitgehaltes bij veel voeders lager waren dan de voorgeschreven norm van de fokkerijorganisatie. Een veiligheidsmarge om het management te vereenvoudigen. „Een vaak gehoorde opmerking was dat het voer maken niet zo eenvoudig is als gedacht. Dat onderschrijf ik. Door samen vanuit verschillende disciplines te kijken naar een koppel vleeskuikens, kunnen we het beste resultaat bereiken”, aldus Bouwhuis. GvP Emmen organiseerde donderdag 27 februari nogmaals de studieavond voor de Duitse vleeskuikenhouders.