Column: De boeren hebben gelijk
Met deze zinnen begon ik donderdagmiddag 20 februari mijn voorwoord in Nieuwspoort.
Een voorwoord dat voorafging aan de presentatie door onderzoekjournalist Geesje Rotgers en geodata-analist Richard Zijlstra.
In hun presentatie geven Richard en Geesje aan dat de grafiek die in ‘Niet alles kan’ - het rapport van de commissie Remkes - staat, een onjuiste weergave en beeldvorming geeft. Ja, dat 46 procent van de stikstofdepositie in Nederland van de veehouderij afkomstig is, dat kan kloppen, maar het gaat bij de uitspraak van de Raad van State van 29 mei 2019 niet om de gemiddelde stikstofdepositie in Nederland, maar om hoeveel depositie er op de natuur terecht komt.
Boerengrond
Dat is nu juist de analyse die de onderzoekers op verzoek van het Mesdagfonds hebben gemaakt.
Op basis van de dieraantallen 2017 - want dat zijn de data die in de RIVM-database zitten – komen de analyses niet op 46 procent van depositie op natuur afkomstig van veehouderij, maar op 25 procent. Dat is bijna de helft minder dan de commissie Remkes heeft gepresenteerd. Van de 46 procent van Remkes valt namelijk een belangrijk deel op boerengrond en daar vormt de stikstof geen probleem.
50 jaar bouwen
Het wordt nog gekker; in de huidige getallen van het RIVM zit een forse, nog niet bestemde buffer van ruim 6 miljoen kg stikstof. Goed voor 50 jaar bouwactiviteiten in Nederland. De bouw had dus helemaal nooit stil gelegd hoeven te worden vanwege stikstof, als het ministerie van LNV haar eigen data een beetje had gekend en de landsadvocaat goed had geïnformeerd.
Parallellen
Het dossier stikstof heeft grote parallellen met het fosfaatdossier. Een ministerie van LNV die de ene blunder op de andere stapelt, ambtenaren die vooral een achtergrond als jurist hebben of politicologie hebben gestudeerd en als hobby ecologie hebben, maar allemaal geen kennis van stikstof. Laat staan de complexe rekenmodellen die worden gebruikt om depositie te berekenen. Een minister die de inhoud ook niet machtig is en Tweede Kamerleden die misschien wel iets willen begrijpen. maar het ook maar met moeite kunnen volgen.
Pluche of gelijk?
Een deel van die Kamerleden heeft misschien wel een stukje inzicht, maar zitten onder de plak in de coalitie en die zitten nu met een dilemma. Gaan wij voor rechtvaardigheid en eerlijkheid? Zeggen we ‘nee’ tegen dit stikstofbeleid en dan ploft het kabinet, of gaan we voor continuïteit van het kabinet en schaven we de scherpe randjes van dit stikstofbeleid een beetje bij?
In Noord-Brabant heeft het CDA de enige en rechtvaardige keuze gemaakt door te zeggen „tot hier en niet verder”. In Brabant hebben CDA-statenleden niet gekozen voor coalitiebelang en pluche, maar voor onzekerheid over de eigen positie.
In Den Haag kunnen Tweede Kamerleden van het CDA en de VVD nu keuzes maken die eerlijk of oneerlijk kunnen uitwerken voor boerenbedrijven. De eerlijke keuze geeft minder toekomst in de coalitiepolitiek voor die Kamerleden. De oneerlijke keuze geeft voor die Kamerleden meer kans op een redelijke carrière in de politiek. Het wordt kiezen tussen het pluche en het gelijk van de boeren.
Tekst: Jan Cees Vogelaar
Beeld: Ellen Meinen