'Burger kijkt anders naar dierenwelzijn dan pluimveehouder'
'Burger vindt natuurlijk gedrag belangrijk en pluimveehouder zet in op diergezondheid'
Dat zei Elsbeth Stassen, hoogleraar Dier & Samenleving van Wageningen University & Research donderdag 6 februari op de klantendag van Ter Heerdt Kuikens en Hennen in Doetinchem. Stassen haalde deze informatie uit onderzoek van Mariska van Asselt, docent en onderzoeker aan de Aeres Hogeschool Dronten. Aan dit onderzoek namen 100 legpluimveehouders, 41 pluimveedierenartsen en 2.259 burgers deel.
Beter uitleggen
„Dierenwelzijn bestaat uit drie aspecten: Biologisch functioneren/gezondheid, natuurlijk gedrag en hoe het dier zich voelt. Zo moet een dier geen stress ondervinden”, legt de hoogleraar uit.
De natuurlijke behoeften van dieren zijn diersoortspecifiek en bepalen voor een deel het dierenwelzijn, volgens Stassen. „Een voorbeeld is goed voer op goede manier aanbieden. Kippen hebben de natuurlijke behoefte van pikken en scharrelen. Dat is natuurlijk gedrag. In hun voedsel zoeken kippen ook naar grovere deeltjes. Dit leidt tot een goede darmgezondheid, maar ook tot voorkomen van gefrustreerd gedrag zoals verenpikken”, zegt Stassen.
Burgers en pluimveehouders kijken dus anders naar dierenwelzijn. Volgens Stassen heeft geen van beide gelijk. „Dierenwelzijn is een samenspel van de drie aspecten. Wanneer het accent op één van de aspecten ligt, bestaat het risico dat andere aspecten te kort komen en dus het welzijn van de dieren onder druk staat”, zegt Stassen.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Susan Rexwinkel, Ellen Meinen