'Gemeenten gaan heel verschillend met endotoxinen om'
'Ene gemeente weigert uitbreiding om endotoxinen andere kijkt er niet naar'
Na ammoniak, geur en fijn stof hebben varkens- en pluimveehouders sinds enkele jaren te maken met de beoordeling van endotoxinen. Dit zijn celwandresten van bacteriën die vrijkomen bij een agrarisch bedrijf. De uitstoot van endotoxinen is gemeten tijdens een onderzoek van Wageningen UR rondom zes stallen met varkens of pluimvee. Crooijmans vindt het onderzoek heel mager en verwondert zich dat gemeentes naar aanleiding van dit kleinschalige onderzoek een beleid kunnen maken.
De gevolgen van endotoxinen voor agrarische bedrijven kunnen dus heel groot zijn. „Uitbreiding van bedrijven kan een probleem vormen als niet voldaan wordt aan de afstandsnormen. Deze worden bepaald aan de hand van een formule van onderzoeker Hans Erbrink, waar agrarisch ondernemers geen inzicht in krijgen”, geeft de advocaat aan.
Aangezien de agrarische sector geen inzicht in de formule heeft, is er veel discussie over de juistheid. Gemeenten mogen van het ministerie van Landbouw zelf beslissen of ze gebruik maken van de endotoxinen formule bij vergunningsprocedures of niet. „Sommige gemeenten nemen het over, anderen weer niet. Dat mag omdat het geen wettelijke norm is.” Crooijmans verwondert zich hierover. Al is er volgens hem niks aan te doen. „Als een gemeente niet op endotoxinen toetst heb je als veehouder geluk, doet de gemeente dat wel, dan heb je pech.”
Uitspraak rechtbank
De rechtbank Oost-Brabant oordeelde in april 2019 dat de Brabantse gemeenten Laarbeek en Heeze en Leende twee veehouderijen een vergunning mocht weigeren om hun bedrijf uit te breiden of aan te passen vanwege de vrees voor een te hoge uitstoot van endotoxinen. Daarbij toetsten de gemeenten de grenswaarde aan de hand van de omstreden notitie. Maar dat was geoorloofd, volgens de rechtbank Oost-Brabant.
De rechtbank oordeelde dat de grenswaarde voor de uitstoot voldoende is onderbouwd en dat de gemeenten gebruik mochten maken van de notitie. Gemeenten hebben een eigen beoordelingsruimte bij het beslissen op een aanvraag voor een omgevingsvergunning. Deze beoordelingsruimte kan een gemeente ook benutten om de risico’s van uitstoot van endotoxinen te betrekken, ook als er nog geen algemeen aanvaarde wetenschappelijke inzichten over endotoxinen bestaan.