'Met bedrijfsenting flexibeler dan met in-ovo enting'
'In ovo vaccinatie betrouwbaar en duurder'
Naast nadelen kent in ovo echter ook veel voordelen. „De kuikens hebben geen entreactie na een in-ovo enting, mits zogenaamde vector-vaccins worden gebruikt. Dat is een groot voordeel. Bovendien zijn de kuikens beter beschermd tegen Gumboro. Bij een drinkwater- of sprayenting krijgen niet alle kuikens de entstof binnen. Daarnaast bespaar je met in ovo enten iedere ronde gemiddeld zo’n 1,5 uur arbeid per stal doordat je geen Gumboro en NCD hoeft te enten.”
Op vleeskuikenbedrijven wordt geënt met zogeheten levende vaccins terwijl bij in-ovo entingen, op één levend vaccin na, wordt gevaccineerd met zogeheten vectorvaccins. „Bij de vectorvaccins duurt het langer voordat de kuikens afweer (immuniteit) opbouwen tegen het virus. Bij een levend Gumboro vaccin bouwt een kuiken binnen een paar dagen bescherming op tegen de ziekte door specifieke receptoren in het lichaam te bezetten, waardoor geen veldvirus kan aanhechten. Bij een vector vaccin kan de opbouw van afweerstoffen twee tot vier weken duren. Indien bijvoorbeeld de ILT infectiedruk hoog is dan ondervinden de kuikens de eerste drie weken geen bescherming van de vaccinatie.”
ILT
Vanwege uitbraken van Infectieuze Laryngotracheïtis (ILT) in het Duitse Emsland zijn in die omgeving de afgelopen jaren ook veel koppels vleeskuikens in ovo geënt. Daarmee is het virus in het Emsland de kop ingedrukt. Bouwhuis vindt dit een goede zaak, maar plaatst ook een kanttekening over dit vectorvaccin. „Het duurt helaas tot vier weken voordat het ILT-vectorvaccin aanslaat. In de tussentijd hebben de kuikens soms al hinder van de aandoening.”
Bouwhuis kan niet zeggen of in ovo of drinkwater- en sprayenting op het bedrijf beter is. „Iedere vleeskuikenhouder moet dat zelf bepalen. In ovo enten is circa anderhalf tot twee keer zo duur dan op het bedrijf enten. Wanneer de infectiedruk hoog is en je een hekel aan enten hebt of hier vanwege drukke werkzaamheden geen tijd voor hebt, kan in ovo enten een goede oplossing zijn. Zo heeft iedere vleeskuikenhouder zijn of haar overwegingen. Kijk naar de infectiedruk in de omgeving en bepaal het entschema samen met je dierenarts”, adviseert Bouwhuis.
