Minister tekent Schone Lucht Akkoord: geen extra maatregelen voor landbouw
Doel is om 50 procent gezondheidswinst te boeken ten opzichte van 2016. Het Schone Lucht Akkoord moet een reductie realiseren van de negatieve gezondheidseffecten door de emissies van de landbouw, van 37 procent in 2030 ten opzichte van 2016. Uiteindelijk doel is dat de lucht overal in Nederland net zo schoon is als op de Waddeneilanden nu. De maatregelen die worden genomen kosten tussen de 3 tot 6 miljard euro in 2030.
De landbouw draagt volgens de minister 11 procent bij aan de gezondheidseffecten van binnenlandse bronnen. Dit komt enerzijds door secundair fijnstof door de uitstoot van ammoniak en anderzijds door primair fijn stof.
Maatregelen:
De Rijksoverheid werkt aan een warme sanering varkenshouderij. De warme sanering varkenshouderij ziet op het op korte termijn verminderen van de geuroverlast door varkensbedrijven in veedichte gebieden door het saneren en beëindigen van locaties of bedrijven die willen stoppen. Hiermee wordt het totaal aantal varkens in Nederland verminderd en daarmee wordt een emissiereductie van ammoniak en fijn stof behaald. Dit zal onder andere worden gerealiseerd door de opkoop en het doorhalen van varkensrechten. Via het Hoofdlijnenakkoord Warme Sanering Varkenshouderij hebben provincies en gemeenten zich gecommitteerd aan een effectieve aanpak en uitvoering van dit beleid
85 procent minder ammoniak uit varkenshouderij
De Rijksoverheid heeft in het kader van de verduurzaming van de veehouderij met de verschillende sectoren in de veehouderij afspraken gemaakt over een integrale brongerichte reductie van emissies. Zo is met de varkenssector afgesproken om de emissie van ammoniak uit stallen te verminderen met 85 procent. In 2030 zijn de emissie-reducerende maatregelen in minimaal 60 procent van de stallen ingevoerd.
Reductie methaan melkveehouderij
Ook de melkveesector werkt naar aanleiding van afspraken uit het Klimaatakkoord en de stikstofaanpak aan de integrale reductie van methaan en ammoniak. Met de pluimveesector zijn afspraken gemaakt over fijnstof. Met deze reeds gemaakte afspraken draagt de landbouwsector bij aan het doel van dit akkoord.
Reductie fijnstof pluimveehouderij
De Rijksoverheid heeft met de sector pluimveehouderij afgesproken dat de emissie van fijnstof binnen tien jaar wordt gehalveerd. De sector neemt haar verantwoordelijkheid voor haar aandeel in de productie van fijn stof (PM10), om toe te werken naar het niet-overschrijden van de advieswaarden van de WHO. De kern hiervan is een generieke aanpak, aangevuld met een specifieke gebiedsgerichte aanpak in de zogenaamde ‘hotspots’, waar de fijn stofuitstoot het hoogst is. In die gebieden worden extra maatregelen genomen om in bestaande stallen de emissies verder te reduceren. Mocht blijken dat het plan niet uitvoerbaar is of onvoldoende effect heeft, dan zal een generieke reductie-eis wettelijk worden vastgelegd.
Emissie-arme stallen
Het Besluit emissiearme huisvesting stelt emissie-eisen voor ammoniak en fijnstof aan stallen. Deze emissie-eisen worden periodiek aangescherpt. De Rijksoverheid werkt aan een voorstel om ook emissie-eisen te stellen aan biologisch gehouden pluimvee en varkens en de huidige uitzondering hiervoor te laten vervallen.
De Rijksoverheid verkent in samenwerking met provincies en gemeenten hoe de effectiviteit van eisen aan emissiearme stallen kunnen worden versterkt. Het gaat dan met name om de goede werking van luchtwassers en de uitvoering en gebruik van emissiearme vloeren bij melkrundvee. Gemeenten en provincies nemen maatregelen om, waar nodig, het toezicht en handhaving te versterken. De Rijksoverheid ondersteunt gemeenten en provincies hierbij.
Subsidieregeling
De Rijksoverheid streeft ernaar begin 2020 een subsidieregeling open te stellen voor integraal duurzame en emissiearme stal- en managementmaatregelen. Deze regeling is zowel gericht op innovatie- en pilotprojecten als op investeringsprojecten van voorlopers (first movers) voor brongerichte integrale emissiebeperkende maatregelen. Daarnaast onderzoekt het Rijk op korte termijn de mogelijkheden voor experimenteerruimte waarmee de toepassing van innovaties en nieuwe emissiebeperkende maatregelen op een verantwoorde wijze kan worden versneld.
De Rijksoverheid faciliteert onderzoek naar het inzetten van meetsensoren voor het feitelijk meten van emissies op de locatie van de veehouderij. De Rijksoverheid gaat na hoe de inzet van meetsensoren in wet- en regelgeving kan worden verankerd en hoe dit bijdraagt aan de reductie van emissies.
Pilot Landbouw emissiereductie
De Rijksoverheid verkent in 2020 samen met geïnteresseerde lokale overheden de mogelijkheden voor het reduceren van emissies bij veehouderijen. Deze dient als voorbeeld dat herhaalbaar is in andere regio’s. De pilot richt zich op het reduceren van emissies van fijnstof, ammoniak en (vanwege de gewenste integraliteit) geur vanuit de veehouderij. De pilot bestaat uit een aantal onderdelen, waarbij de insteek is om zowel voor de korte termijn (huidige wetgeving) als voor de iets langere termijn (Omgevingswet) een kader te bieden vanuit het lokale bevoegd gezag voor emissiereductie op veehouderijbedrijven.
De pilot bestaat uit drie onderdelen, te weten:
Beter benutten bestaande technieken en verbeteren toezicht emissiearme stallen (korte termijn);
De Rijksoverheid werkt samen met provincies, gemeenten en sector aan kennisoverdracht over emissie-reducerende technieken bij de ondernemer, de agrarisch adviseurs, toezichthouders en vergunningverleners. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de belangen van de ondernemer (positieve neveneffecten) en wordt gekeken naar de mogelijkheden om leveranciers van de technieken te betrekken. Ook het verbeteren van toezicht en handhaving door het bevoegd gezag is onderdeel van deze actie. De Rijksoverheid onderzoekt op basis van nieuwe technieken die beschikbaar zijn gekomen of emissie-eisen voor ammoniak en fijn stof aan stallen kunnen worden aangescherpt.
Een experiment onder de Crisis en herstelwet (CHW) ten behoeve van de aanpak van bestaande situaties (korte termijn);
Provincies en gemeenten hebben in 2019 een aanvraag voor een CHW-experiment ingediend. De Rijksoverheid faciliteert. Met dit CHW-experiment krijgen gemeenten onder andere meer mogelijkheden om emissiereductie uit (bestaande) stallen te realiseren. Het gaat om de reductie van de emissie van geur, ammoniak en fijn stof. Ook wordt met een CHW-experiment voor innovatie het kunnen toepassen van innovatieve systemen of technieken versneld.
Een bouwsteen-aanpak via Omgevingsplan (lange termijn);
De Rijksoverheid werkt samen met een aantal provincies en gemeenten aan een aanpak voor het vormgeven van beleid onder de Omgevingswet. Mede op basis van de ervaringen in de korte termijn aanpak, wordt een bouwsteen voor emissiereductie in het omgevingsbeleid ontwikkeld. Hierbij wordt invulling aan de verschillende instrumenten die de Omgevingswet biedt. Zoals het vastleggen van ambities in de omgevingsvisie, het opstellen van een programma en het verankeren van regels in het omgevingsplan. Dit als voorbeeld voor andere gemeenten/regio’s.