Pluimveehouder ziet inkomen halveren

Dit blijkt uit de jaarlijkse Inkomensraming van Wageningen Economic Research, het vroegere Landbouw Economisch Instituut (LEI). Leghennenhouders verdienden vorig jaar gemiddeld nog 79.000 euor en vleeskuikenhouders 117.000 euro.

Voor leghennenhouders zijn het de na-effecten van de fipronilcrisis in 2017, die voor de twee voorgaande jaren voor goede inkomens zorgde voor de bedrijven die toen produceerden. Maar de productie op de leghennenbedrijven, die in 2017 getroffen waren door de fipronilcrisis, is ondertussen weer op peil. Deze toegenomen productie heeft de opbrengstprijzen laten dalen.

Oekraïne

Voor de vleeskuikensector speelt de import uit Oekraïne, dat misbruik maakte van een maas in het door de EU gesloten handelsverdrag. Brussel heeft deze maas gerepareerd, maar de kosten daarvan waren een extra quotum voor 50.000 ton pluimveevlees. In de tweede helft van dit jaar stonden de vleeskuikenprijzen hevig onder druk, onder meer als gevolg van de toegenomen import uit Oekraïne.

In de komende paar jaar kunnen de prijzen voor vlees en eieren nog stijgen, verwacht WUR-pluimvee-econoom Peter van Horne. Hij signaleert voor beide producten nog een groeiende vraag in Nederland en omringende landen. „De consumptie per hoofd van de bevolking neemt nog steeds toe.”

Gemiddelde inkomen

Het gemiddeld inkomen uit een agrarisch bedrijf is dit jaar 57.000 euro, waar dat vorig jaar nog 51.000 euro was. De hoogste inkomens liggen dit jaar met 325.000 euro bij gesloten varkensbedrijven, terwijl ook vleesvarkens- en zeugenhouders ruim boven de 200.000 euro hebben verdiend. Glasgroentenkwekers verdienden gemiddeld 288.000 euro, voor bloementelers onder glas lag dat op 171.000 euro.

Aan de andere kant zaten dit jaar akkerbouwers, met een gemiddeld inkomen van 37.000 euro (13.000 euro voor zetmeelaardappeltelers) en melkveehouders, met een inkomen van 31.000 euro - en 3.000 euro minder voor biologische melkveehouders. Pluimveehouders zitten daar tussen in.