'Goede toekomst legpluimveehouderij'
Boon roemt de flexibiliteit van de legpluimveehouders. „De Duitsers kwamen met vlog-voer en onbehandelde snavels. De Nederlandse pluimveehouders waren de eersten die dat konden leveren. De meeste pluimveehouders zijn goed in staat om van een bedreiging een kans te maken.” Niettemin blijft duurzaamheid lastig te verkopen; de consument snapt dat niet altijd.
Alle tafelgasten zien de vooruitzichten voor de legpluimveehouders positief; het ei heeft een positief gezond imago en past in alle diëten. Pierre Berntsen, directeur Agrarische Bedrijven ABN-Amro, geeft aan dat de dalende trend van aantal leghennen en het aantal legpluimveebedrijven wel doorzet. Ook het aantal pakstations zal dalen. „Er zijn minder inkopende partijen dus dat er minder pakstations komen, is een logisch gevolg,” aldus Petro Boon. Volgens Frans van den Brink, adviseur bij Kanstruct Bedrijfsadvies, is het vooral zaak flexibel te blijven en financiële ruimte te houden, het tempo van investeringen is fors.
Emotie
Het aandeel scharreleieren, nu circa 60 procent, zal verder dalen en de segmenten vrije uitloop en biologisch zullen nog licht stijgen. Alrik Visscher, legpluimveehouder in Dalfsen met scharrel, vrije uitloop en biohennen, vraagt zich af of pluimveehouders meer moeten inspelen op emotie. „We spelen met de eierhandel al jaren steeds meer in op emotie. Die trend zet zich voort. Dat komt omdat we hier in een welvarende omgeving leven,” aldus Petro Boon. De verschuiving binnen de houderijsystemen zal licht veranderen. De carbon footprint wordt steeds belangrijker.
Samenwerken
De jonge Dalfse legpluimveehouder wil door samenwerking de winstgevendheid voor pluimveehouders vergroten. Frans Dorresteijn, adviseur ABN Amro: „De Nederlandse pluimveesector is zo efficiënt en groot geworden door samen te werken en bedrijfsresultaten te delen. Die bereidheid is minder geworden en kan op termijn een bedreiging opleveren voor de Nederlandse legpluimveehouders.” Aalt den Herder, secretaris NVP en discussieleider van de jaarspecial leg, vroeg de zaal wie wil samenwerken. Een beperkt aantal vingers ging omhoog. „De Nederlandse pluimveehouder voelt zich ondernemer en wil liever individueel werken en in armoede leven en kiest niet voor rijkdom door samenwerking”, concludeert Frans Dorresteijn.
Hij vindt dat de pluimveehouders veel te weinig samenwerken. „Kijk naar de tuinders hoe die samenwerken.” Van den Brink geeft aan dat veel samenwerkingen op vertrouwen stuk lopen. „Samenwerken vraagt inzet en vertrouwen.”
Omgeving
„Zorg dat je bedrijf past in je directe omgeving. Dat wordt steeds belangrijker met de snel veranderde wetgeving, onderschat de factor arbeid niet en vul duurzaamheid en met name emissiereductie in op je bedrijf”, adviseert Frans Dorresteijn.
Imago
Alle tafelgasten zijn het erover eens dat een ei gezond is en een goed imago heeft met een zeer lage milieu-impact. „Zorg als pluimveehouder dat je op de hoogte bent van de maatschappelijke wensen en dat je geaccepteerd blijft. Zeker 90 procent van mijn leeftijdsgenoten heeft nog nooit een boerderij gezien. Leg in je omgeving uit wat je doet,” adviseert Frans van den Brink.
Den Herder concludeerde: „„We leveren een prachtig product met een mooie toekomst, maar de maatschappelijk context en de winstgevendheid zijn uitdagend. De pluimveehouderij past prima in de Landbouwvisie gebaseerd op sluiten van kringlopen, waarbij we nog wel enkele opgaven hebben. De toekomstige uitdagingen voor de Nederlandse pluimveehouders zijn een nog betere promotie van de sector en onze producten in de samenleving én in de pluimveeketen nog beter samenwerken, met behoud van zelfstandig ondernemerschap zodat we met elkaar het stuur beter in handen krijgen bij afzet en winstgevendheid.”