GD ontwikkelt test om effect van reinigen en desinfecteren vleeskuikenstal te bepalen
'Aanwezigheid virus in de stal kost groei'
De GD ontwikkelde de zogeheten VIR-check. AdVee en De Hoop Mengvoeders voerden vanaf september dit jaar samen met GD de test uit in minimaal twee stallen van 22 vleeskuikenhouders met reguliere vleeskuikens, die klant van hen zijn. „Vleeskuikenhouders en schoonmaakbedrijven zijn na iedere ronde erg druk met reinigen en desinfecteren van stallen. Iedere vleeskuikenhouders heeft zijn eigen manier. Maar tot nu toe werd het effect hiervan niet gemeten”, zegt vleeskuikenspecialist Flamur Llapashtica van De Hoop. „De VIR-check is een hulpmiddel om te checken hoe hoog de virusdruk is na het schoonspuiten en desinfecteren. De test geeft aan tegen welke virusdruk een eendagskuiken aanloopt bij het aankomen in de stal.”
„Je hebt twee soorten virussen”, geeft De Wit aan. „Virussen met een vetlaagje zijn gevoelig voor zeep. Die kun je met zeep na iedere ronde vrij eenvoudig uit de stal krijgen. Daarnaast heb je zogeheten naakte virussen. Die kun je zelfs met zeep en desinfecteren lastig de stal uit krijgen”, legt hij uit. „Het reovirus, dat de laatste paar jaar bij trager groeiers regelmatig gezien wordt, Gumboro, twee zogeheten astrovirussen en twee zogenaamde rotravirussen zijn voorbeelden van naakte virussen.”
„Deze zogeheten naakte virussen zijn erg resistent en kunnen lang overleven in de stal. Reiniging en desinfectie hebben grote invloed op de hoeveelheid aanwezige virussen na de schoonmaak en leegstand. Het was altijd lastig om getroffen maatregelen te evalueren omdat de starthoeveelheid van die virussen in stallen niet meetbaar is. De huidige methode om het effect van schoonmaken en desinfectie te bepalen, de zogeheten rodac-plaatjes, zijn hiervoor ongeschikt. Deze meten namelijk alleen het aantal aanwezige bacteriën, terwijl naakte virussen lastiger zijn om uit de stal te verwijderen”, verklaart De Wit.
VIR-check
De GD bedacht een manier om de aanwezigheid van virussen in vleeskuikenstallen te meten. Dit gebeurt door op één week leeftijd de kuikens via een cloacaswabs te bemonsteren op de aanwezigheid en hoeveelheid van vijf darmvirussen. De GD controleert op de aanwezigheid van reovirussen, twee astrovirussen en twee rotravirussen. „Uit eerder onderzoek blijkt dat vleeskuikenkoppels vier of alle vijf virussen doormaken”, legt De Wit uit. „Zonder een succesvolle schoonmaak en desinfectie liggen deze resistente virussen dus op de komende eendagskuikens te wachten. De totaaluitslag van de aanwezigheid en hoeveelheid van deze vijf virussen geven daarom een indruk over het succes van de schoonmaak en desinfectie in de stal. Dit wordt inzichtelijk gemaakt door middel van een ‘Stoplicht’. Groen is goed, rood is slecht en ook bij een oranje adviseren we de volgende ronde anders te gaan schoonmaken en desinfecteren.”
„We hebben nu 70 monsters van 70 stallen geanalyseerd, 6 waren rood, 17 oranje. De overige 47 waren groen”, zegt Hermans. In het praktijkonderzoek in samenwerking met AdVee en De Hoop wil de GD onderzoeken of een lagere hoeveelheid virus aan het begin van de ronde invloed heeft op het technisch verloop van de ronde. Bovendien worden de uitslagen van de VIR-check vergeleken met de manier van schoonmaken en desinfectie.
Bewustwording
„De VIR-check zorgt voor bewustwording”, zegt Llapashtica. Hermans beaamt dat. „Tot nu toe is ruim 80 procent van de deelnemers enthousiast over de VIR-check. Die gaan er bewust mee aan de slag. Er is geen goed of fout. Er komt ook geen standaard schoonmaakprotocol uit. Een schoonmaakprotocol dat op het ene bedrijf uitstekend werkt, is niet altijd de oplossing voor een ander bedrijf”, vertelt ze. „Het komt erop neer om je schoonmaakprotocol op een rijtje te zetten en hier kritisch naar te kijken samen met je erfbetreders. Vervolgens moet je kijken met welke aanpassingen je de meeste winst kan behalen. Vaak blijkt dat je met kleine aanpassingen grote winst kunt boeken”, verduidelijkt Llapashtica.
Een klant van Hermans scoorde na de eerste ronde groen en na de tweede ronde rood omdat hij toen geen tijd had om in te zepen. „Inzepen helpt”, noemt Hermans alvast één uitkomst uit het onderzoek. Ze vergelijkt het met afwassen. „Probeer maar een glazen bak waarin een lasagneschotel heeft gezeten met alleen koud water schoon te maken. Dat lukt niet goed. Vleeskuikenhouders die hun stallen nog nooit hebben ingezeept, moeten dat misschien wel drie of meer koppels doen. Pas dan zijn alle vetlagen doorbroken zodat hun stallen pas echt goed schoon zijn.”
Een langere leegstand is ook beter dan een kortere. „Hoe lang de leegstand moet zijn, is op ieder bedrijf anders. Stallen moeten goed droog zijn voor het instrooien van het strooisel”, zegt Hermans. „Soms is een stal optisch schoon maar zit in naden en kieren nog mest. Dat heeft ook nadelige gevolgen”, vertelt Llapashtica. Hij vindt goed schoonmaken nog belangrijker dan desinfecteren. „Met desinfectiemiddel kun je niet alle ziektekiemen doden indien er nog mest aanwezig is in de kieren. De stalvloer en naden en kieren blijven gewoon een grote uitdaging.”
‘Handig hulpmiddel’
„Goed een stal schoonmaken en desinfecteren is belangrijk”, zegt De Wit. „Kuikens die vanaf de start besmet raken met allerlei virussen moeten een deel van hun energie gebruiken voor afweer. Vier of vijf virussen tegelijk in de darm van een jong kuiken kan nooit goed zijn voor de darmgezondheid. De groei van die kuikens is minder hard dan kuikens die virusvrij opstarten. Hoe groot dat verschil in de praktijk is, weten we niet. Daar hebben we nog geen betrouwbare gegevens van. Bovendien is dat op elk bedrijf verschillend”, volgens De Wit, er spelen immers nog meer factoren een rol.
„Trager groeiers die een reovirus bij zich dragen, groeien gemiddeld 100 tot 300 gram minder. Indien je 100.000 trager groeiers opzet praat je over zo’n 20.000 kilogram”, geeft Hermans een reëel voorbeeld.
„De VIR-check is een handig hulpmiddel om de virusdruk te kunnen verlagen. Naast voer, water en stalklimaat dat de basis vormt, is dit een mooie aanvulling om zo te proberen het maximaal genetisch potentieel uit de kuikens te halen. De opbouw van het afweer tegen bacteriën en virussen kost een kuiken veel energie en aminozuren, waardoor er minder energie overblijft voor groei. Daardoor laat je kostbare resultaten liggen”, vat Llapashtica samen. „Voor 89 euro per stal meet je de virusdruk. Als adviseur proberen we in overleg met de vleeskuikenhouder en de dierenarts veel zaken te optimaliseren. Het effect van schoonmaken is onderbelicht omdat dit tot nu toe niet werd gemeten op deze manier. Met de VIR-check kun je hier inzicht in krijgen waardoor je uiteindelijk technisch beter kunt gaan draaien. We zijn nu druk bezig met de technische resultaten aan de veldproef te koppelen en zijn zeer benieuwd wat daar uit gaat komen.”
Vervolgonderzoek
„De VIR-check is een mooi instrument om mee te nemen in je totale bedrijfsbegeleiding. Het biedt de gelegenheid om eens nader te kijken naar de leegstandsperiode en de start van een koppel. Dit om samen met de andere erfbetreders en de vleeskuikenhouder de puntjes op de ‘i’ te zetten”, benadrukt Hermans. „We zijn is september gestart met het praktijkonderzoek. In februari hebben we van alle 22 deelnemers twee rondes onderzocht en de resultaten geanalyseerd. Daarna besluiten we of we vervolgonderzoek doen en hoe dat eruitziet.”
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Gezondheidsdienst voor Dieren