Column: Ambtenaren hebben geen verstand van voer
Vorige week werd ik verrast door een bericht van de NOS waar beide zaken samenkomen. De kop van het nieuwsbericht luidde: “Enzymen in veevoer moeten helpen bouw weer vlot te trekken”. Dan gaan als veevoerproducent de wenkbrauwen omhoog. Kunnen wij de bouw vlot trekken? Een tweede vraag die bij me opkomt en waar ik hier nu niet op inga is: waarom deze polariserende kop boven dit nieuwsbericht?
"Die producten zomaar massaal in het voer opnemen heeft geen zin"
Nu blijkt het te gaan om een voederadditieven van DSM die de benutting van eiwit bij varkens, pluimvee en melkvee verbetert. Daardoor is de uitscheiding van stikstof in de mest minder. Over de samenwerking in de voerketen ben ik positief. Mengvoerbedrijven werken goed samen met hun leveranciers om nieuwe voergrondstoffen te ontdekken. Dat kan gaan om additieven zoals DSM nu presenteert of het gaat over nieuwe grondstofstromen.
In het laatste geval meestal bijproducten, die we nog niet inzetten maar die wel interessant kunnen zijn en in de huidige discussie van regionaal en circulair extra toegevoegde waarde hebben. Die producten zomaar massaal in het voer opnemen heeft geen zin. We moeten er zeker van zijn dat beschikbaarheid en kwaliteit goed is en dat de voedingswaarde per euro klopt. Want we kunnen pas duurzaam verduurzamen als het economisch rendabel is, voor de lange termijn en zonder subsidie!
"Additieven zomaar toevoegen aan voer kan leiden tot onnodige kostprijsverhoging en in een slecht geval zelfs voor negatieve bij-effecten"
Dit geldt zeker voor de voeradditieven zoals bedrijven als DSM, Provimi en Nutreco leveren. Daarom werken zij nauw samen met hun klanten (de mengvoerindustrie) om producten in de praktijk te testen. Wat begint met fundamenteel wetenschappelijk onderzoek eindigt met een validatietest in de praktijk. Zo hebben wij al jaren geleden de testen gedaan met Vevovitall.
Het product van DSM, wat de benutting van stikstof bij varkens verbetert. Dat verliep positief en zo wordt dat product al jaren ingezet in varkensvoer. Het kost uiteraard wel wat maar verdient zich terug in de praktijk.
Belangrijk bij dergelijke validatieproeven is bepalen bij welke omstandigheden het product zijn hoogste waarde heeft. Wij (de mengvoerbedrijven en hun leveranciers) weten heel goed dat de praktijk weerbarstig is en dat niet ieder additief effectief is in alle situaties. Additieven zomaar toevoegen aan voer kan leiden tot onnodige kostprijsverhoging en in een slecht geval zelfs voor negatieve bij-effecten. Afhankelijk van de situatie op de boerderij zijn andere maatregelen effectiever of moeten er eerst andere zaken worden aangepakt voordat een dergelijk product succesvol wordt ingezet. Een goede analyse en daaruit volgens advies van de voerleverancier zijn belangrijk.
"Het correct voeren van dieren is een vak waarvan ambtenaren geen verstand hebben"
Het kabinet gaat veel te kort door de bocht door nu te stellen dat ze welllicht dergelijke producten wil gaan verplichten. Dat is ook helemaal niet de bedoeling van DSM. Natuurlijk willen zij graag veel verkopen maar zij willen ook dat hun klanten en de klanten van hun klanten haar producten duurzaam inzetten. Zoals gezegd moet het dan langdurig economisch rendabel zijn zonder subsidie.
Een product als Vevovitall verdient in de huidige markt met discussies over stikstofuitstoot best wat hernieuwde aandacht. Ook producten die de methaanuitstoot bij rundvee verlagen worden serieus bekeken. De overheid moet echter niet vergeten dat de varkenshouders al jaren hebben geïnvesteerd in dit product en dat het correct voeren van dieren een vak is waarvan ambtenaren geen verstand hebben.
Laat dat aan de mensen in de praktijk over, geef ze ruimte en tijd om duurzame stappen te zetten en laat de subsidiekraan dicht. Dat geld kunnen ze beter investeren in beter (landbouw)onderwijs.