'20,5 en 19 cent nodig per broedei traag groeiend kuiken'

De uitbetalingsprijzen tijdens de start in 2010 lagen op 20,5 cent en 19,5 cent. „De eerste jaren waren de uitbetalingsprijzen goed”, zegt een vermeerderaar. Bij de start werd aangegeven dat de uitbetalingsprijs los stond van de uitbetalingsprijzen van reguliere broedeieren omdat deze eieren alleen voor de Nederlandse markt bestemd zijn. „Ik had daar toen al mijn twijfels bij”, zegt een vermeerderaar die vanwege de gevoeligheid van het onderwerp niet met naam en toenaam genoemd wil worden.

Nadat de prijzen van reguliere broedeieren daalden vanaf halverwege 2016 kelderden langzaam maar zeker ook de prijzen van broedeieren van trager groeiende moederdieren.

Stijgende kosten

De huidige uitbetalingsprijzen zijn volgens vermeerderaars te laag omdat veel kosten stegen en er ruimte moet zijn om tegenvallers op te vangen. „De voerprijs nam in september vorig jaar 2,5 euro per 100 kilo toe. Omgerekend gaan de kosten daardoor zo’n euro per hen omhoog. Ook is de aankoop van de hennen ongeveer een euro per hen duurder geworden”, zegt een vermeerderaar.

Ook geeft een viertal vermeerderaars aan dat de bevruchting afnam sinds de introductie van de Hubbard M22 haan begin 2018. „Vroeger haalde je een bevruchting van 90 procent maar nu ligt deze zo’n 3 procent lager”, zegt een vermeerderaar. Twee andere vermeerderaars hebben deze ervaringen niet. „Bij ons is de bevruchting goed. We hebben zelfs een koppel 91 procent gehaald”, zegt een vermeerderaar. „Bij ons viel de bevruchting in het begin van de huidige ronde tegen maar is nu goed. Hopelijk blijft dat zo tot het eind van deze ronde”, zegt zijn collega.

„Ik heb meerdere vermeerderaars met ouderdieren van trager groeiende kuikens gesproken. Daaruit blijkt dat de bevruchting en resultaten heel wisselend zijn”, vervolgt hij. „Er zijn koppels die heel goed draaien, maar ook koppels waarbij de bevruchting erg tegenvalt en die helemaal niet goed draaien. Maar dat is bij reguliere ouderdieren ook het geval. Ik heb met reguliere ouderdieren ook nog nooit tien koppels op rij fantastisch gedraaid.” Paul van Boekholt van Hubbard beaamt dat technische resultaten per koppel kunnen verschillen. „Maar aan de hand van praktijkcijfers kunnen we zien dat gemiddeld genomen de bevruchting niet lager is dan voor de introductie van de nieuwe haan.”

Prijzen te laag

De Hubbard JA87 hen legt zo’n 200 broedeieren en de JA57 zo’n 220. Vermeerderaars houden de hennen zo’n 46 weken aan en ontvangen dan ieder jaar een nieuwe koppel. Probroed betaalt vermeerderaars per bevrucht broedei uit; Morren per broedei met een toeslag op de uitkomst.

„Qua planning – ieder jaar een nieuwe koppel – is het ideaal. Maar de huidige uitbetalingsprijzen zijn te laag voor een gezonde bedrijfsvoering. Vooral omdat de bevruchting ook wel eens tegen kan vallen. Bovendien heb je ook wel eens een mindere ronde en dan moet er fors geld bij”, vertelt een vermeerderaar.

Terug naar reguliere moederdieren

Hij en zijn collega’s kaartten dit al enkele keren aan bij Probroed en Morren. Een aantal van hen ontving een hogere prijs en een aantal niet. Eén vermeerderaar trok zijn conclusie en gaat weer reguliere vleeskuikenouderdieren houden. Andere kijken naar hun opties. Zowel Probroed als Morren willen geen informatie geven over hun uitbetalingssystematiek en ook niet reageren op de klachten van vermeerderaars.

„Wij gaan nog wel een ronde moederdieren van trager groeiende Hubbard kuikens houden. We hebben sinds 2010 ervaring opgedaan en vinden het jammer om deze expertise verloren te laten gaan”, zegt een vermeerderaar.

‘Zeg nee tegen contract’

Ook enkele collega’s kenden mindere rondes met de moederdieren van trager groeiende kuikens. „Het is zo een optelsom, waardoor je er flink financieel bij in kunt schieten. De prijzen voor de eieren zijn te laag, maar het draaide bij ons technisch ook minder”, zegt een vermeerderaar. Hij hoopt dat er snel oplossingen komen.

„Voor mijn afnemer is het goed dat ik Hubbard moederdieren van trager groeiende kuikens blijf houden. Ik heb er ervaringen mee opgedaan. Bovendien is mijn afnemer zo verzekerd van de broedeieren. Maar als het financieel niet beter wordt, moet ik wel overschakelen naar iets anders”, vertelt hij.

„Zeg eens nee tegen een contract”, adviseert een collega-vermeerderaar. „Als je een handtekening zet, moet je niet klagen”, vindt hij. Hij zou in een contract ook afspraken over voerprijswijzigingen zetten. „Voer is veruit de grootste kostenpost. Indien de voerprijs stijgt, moet de eierprijs omhoog.”

‘Grote zegen’

Eén vermeerderaar vindt dat zowel de Hubbard JA87 als Hubbard JA57 een veel prettiger dier is om mee te werken dan de Ross Ranger. „Slachterijen hebben kennelijk liever de Ross Ranger want die heeft marktaandeel van de Hubbard JA87 afgepakt. Maar voor een vermeerderaar is zowel de Hubbard JA87 als JA57 een hele grote zegen ten op zichtte van de Ross Ranger.”

„De Ross Ranger is een heel moeilijke kip, de resultaten zijn zeer wisselend. Het geproduceerde aantal broedeieren zit regelmatig ruim onder de Ross 308 en ligt ver onder de productie van de Hubbard JA 87 of JA57. De bevruchting is zeker geen 90 procent, de schaalkwaliteit is zeer matig tot slecht en ze eten veel meer; 20 tot 30 gram extra per dag. Bovendien is de bezetting lager en heb je als vermeerderaar meer pluimveerechten nodig. De Hubbard telt als legmoederdier, de Ranger niet.”

Hij houdt liever Hubbard moederdieren dan reguliere Ross 308 moederdieren. „Ik zet ruim 8 procent meer hennen op en houd deze vijf weken langer aan. Daarnaast is de eierproductie hoger en vreten ze veel minder voer. Daardoor is de kostprijs lager. Bovendien is de bevruchting bij mij gewoon goed; zeker met de JA57, bij de JA87 is dat meer vergelijkbaar met de reguliere rassen. De Hubbard JA57 is een heel makkelijk dier om te houden. Aan de Hubbard JA87 moet je evenals aan reguliere ouderdieren meer aandacht besteden. Daar moet je niet te licht over denken.”

Ervaringen

De ervaringen van vermeerderaars met ouderdieren van trager groeiende vleeskuikens zijn wisselend, blijkt uit de rondgang van Pluimveeweb. Een aantal van hen vindt de broedeiprijs te laag. Anderen ontvingen een prijsverhoging van hun broederij en zijn gematigd tevreden of tevreden over hun huidige uitbetalingsprijs.

Volgens één vermeerderaar is de lage uitbetalingsprijs van broedeieren niet de schuld van broederijen. „De broederijen zijn in deze gewoon een doorgeefluik. De supermarkten en de slachterijen die deze concepten verkopen leggen de druk bij de broederijen en dicteren gewoon welke kip ze willen hebben en hoeveel ze willen betalen. De slachterij is de ketenregisseur.”