Probleem met zwarte rat ‘loopt uit de hand’
'Klem betere oplossing dan rattengif'
„In gif ligt niet de oplossing; gif moeten we gewoon uitbannen. Resistentie is dichtbij. En ook doorvergiftiging is mogelijk, waardoor ook míjn bloed een keer niet meer wil stollen. Bovendien zijn rodenticiden multidoses en duurt het na het vreten van gif, zo’n 40 dagen voor een rat dood is, dat vind ik zeer onvriendelijk.”
Een klem is daarom het beste en het vriendelijkst, gewoon een val zetten met pindakaas of chocoladepasta dus, als je het deze ongediertebestrijder vraagt. „En als je weet waar ratten zich precies ophouden, kun je via een nachtkijker of infrarood ook op de ratten schieten. Dan neemt de plaag best af.” Afvangen door hermelijntjes en wezels kan ook, zo kunnen ook katten en honden worden ingezet; alles vindt Smits ‘beter dan chemicaliën’.
Smits zegt dat de zwarte rat een superdier is. Hij bewondert de rat: „Het is een klimmer en een atleet die op meerdere plekken voedselvoorraden aanlegt.” Smits zegt dat we respect moeten hebben voor de rat; zolang we het dier ‘dat een voorsprong heeft op ons’, niet begrijpen, blijft hij ons de baas.
Grootste probleem in het zuiden
Michel van den Heuvel uit Asten (NB) ziet als ongediertebestrijder dagelijks vele zwarte ratten op pluimvee- en varkensbedrijven, en in kassen. Hij vraagt zich af waarom deze plaagdieren niet boven de rivieren worden waargenomen.
Uitdrukkelijker dan men zou vermoeden op basis van berichten, kan het weliswaar zijn dat de plaag van de zwarte rat in het zuiden verreweg het grootst is, boven de rivieren komen deze schuwe en slimme ratten óók voor. Al heeft het RIVM tot op heden geen cijfers; bestrijders luiden wel de noodklok. Dit doen zij namens boeren, voor wie het nog altijd een enorm taboe is.
Boven de rivieren
Smits spreekt van een taboe. „De veehouders houden het stil. Zij schamen zich. Geen enkele veehouder wil dat ik mijn bedrijfsauto in het zicht parkeer.” Dat niemand er voor uit wil komen, helpt zeker niet bij de oplossing van het probleem. Smits verzucht; „Het is wat. Het is een groot probleem. De zwarte rat wil vérs voer, dus je krijgt ‘m gewoon niet vergiftigd.” Smits zit met z’n handen in het haar. „Het is een súperdier, een probleem voor elke ongediertebestrijder.”
En het dier komt vanuit het zuiden ook meer en meer naar het midden van het land toe, net als de steenmarter die eerst alleen aan de oostgrens zat. „Het is niet alleen dat de rat met transporten mee komt, maar het zijn wel vooral mensen die de rat verplaatsen. Om te beginnen komt de rat van oorsprong uit India.” Het is een graan- en fruiteter.
Melkveebedrijven
Op het moment werkt Smits met name bij melkveebedrijven: daar is volgens hem het probleem hetzelfde als in andere landbouwtakken. „En in en bij die open stallen, daar kunnen de ratten vreten wat ze willen. Koeien krijgen tegenwoordig allemaal hoogwaardige producten voorgeschoteld, daar groeit een rat ook goed van.” Smits noemt overigens het dichtmaken van de stallen absoluut geen oplossing, ‘want zelfs in varkensstallen komen ratten binnen’.
We moeten volgens de bestrijder inzetten op een vangtechniek. „Als wij denken dat we slimmer zijn dan ratten, moeten we dat maar eens een keer laten zien. Het blijft moeilijk, Ik weet het ook niet; soms vang ik op een bedrijf 60 ratten in twee weken, soms vang ik er geen. En met mijn 61 jaar, heb ik nog steeds geen idee hóe dat dan komt…”
Voor melkveehouders is het van belang dat de boer niet alleen ziet dat de rat een kuub kuilvoer vreet, maar vooral dat de rat de zes kuub eromheen besmet op alle mogelijke manieren. „Het voer verrot gewoon als er een rat in de buurt is geweest. Het is niet alleen de vraatschade dus.”
Dit artikel is deel 2 in een driedelige reeks over het 'rattenwalhalla'.