Piet Faber deelt ervaring met ouderdieren voor trager groeiende kuikens
'Van 10 naar 2 procent grondeieren door betere toegang tot legnest'
'Zet vanaf dag 1 het legnest open'
De vermeerderaar uit het Friese Nijeberkoop deelde donderdag 3 oktober tijdens de Pluimveerelatiedag van LTO/NOP en Pluimveehouderij in Veenendaal (UT) zijn ervaringen met het houden van ouderdieren voor trager groeiende kuikens. Faber heeft momenteel zijn derde ronde Hubbard JA757 zitten.
Buitennesteieren
„Bij de eerste twee koppels vonden we overal buitennesteieren. Zelfs in de luchtinlaatventielen lagen ze.” De ervaren vermeerderaar lette ook op het gedrag van de dieren. „Je zag veel hennen weifelend voor het legnest staan. Soms belemmerden twee hennen de toegang tot het legnest en durfden andere hennen er niet in te gaan.”
Vlak voordat de huidige koppel arriveerde, plakte Faber de nestflappen om en om vast. Ook zette hij het legnest vanaf dag 1 open en verhoofde hij de lichtintensiteit. Zijn dierenarts gaf hem deze gouden tips. „De hennen zijn nieuwsgierig nadat ze vanuit de opfokstal in hun nieuwe verblijf komen. Het is hetzelfde als bij mensen. Als wij drie keer voor een dichte deur komen, gaan we ook geen vierde keer”, vergelijkt Faber. „Wellicht dat de hennen de flapjes ervaren als plankjes.”
Vergelijkbaar met leghennen
„Je kunt toch ook de nestkleppen allemaal open zetten”, vroeg een vermeerderaar uit de zaal. „Dat kan, maar daar heb ik niet voor gekozen”, reageerde Faber. Hij vergeleek de hennen met leghennen. „Als het legpercentage 90 procent bedraagt, wegen de hennen maar 2 kilo. Qua gewicht zijn het net leghennen. Ze worden maar 2,4 kilo zwaar. Dat is veel lichter dan een regulier ouderdier van 3,5 kilo”, vergelijkt Faber.
De dieren zijn qua gedrag veel actiever dan reguliere ouderdieren. „’s Morgens vind ik hun gedrag nog wel leuk. Dan leggen ze hun ei en scharrelen ze. Maar ’s middags kruipen ze ook wel eens met velen bij elkaar. Dat kan leiden tot uitval. De uitval is relatief laag, maar ik wil graag naar 0 procent uitval.”
Leghennenhouder en adviseur Christian Wolbrink stelde dat deze problemen – veel grondeieren en bij elkaar kruipen – bij leghennen al langer voorkomen. Leghennenhouders kiezen voor soortgelijke oplossingen.
Voeropname
De voeropname in het begin van de ronde is nog wel goed. Maar na verloop van de ronde valt vooral de voeropname in de scharrelruimte tegen. „De dieren scharrelen veel. De voergoot in de scharrelruimte komt snel vol veren en mest te zitten. Die moet je regelmatig schoon maken.”
„Calcium in het voer remt voeropname bij de hennen”, weet Faber. Zijn voerleverancier verlaagde in overleg met Faber het calciumgehalte in het voer. „Je moet ze deftig voer geven.” Tot 30 weken strooit hij nu één of twee keer per week schelpengrit in de stal. Zo krijgen de hennen calcium binnen waardoor de schaalkwaliteit goed blijft. „Ze zijn er dol op.”
QS voorwaarden
Faber is minder gelukkig met de QS voorwaarden over minimale voerbaklengte en dat de dieren de hele dag over water en voer moeten kunnen beschikken. „Die voorwaarden zijn bedacht door mensen die geen verstand van pluimvee hebben. Bij mij hebben de hennen de hele dag de beschikking over voer omdat de opname tegenvalt. Maar zowel de hennen als hanen moeten niet te vet worden. Dat is voor een mens ook niet goed. Bovendien kunnen de hennen knoeien met het water.” Faber voldoet wel aan de voorwaarden van QS omdat hij door zijn deelname aan Novipluim een hogere prijs ontvangt voor zijn uitgelegde hennen.
Pluimveerechten
Faber, die naast vermeerderaar LTO/NOP bestuurder is, pleit bij het ministerie van Landbouw om ouderdieren van trager groeiende vleeskuikens qua pluimveerechten gelijk te stellen met ouderdieren van leghennen in plaats van met reguliere ouderdieren. „De fosfaatexcretie van de Hubbard JA57 is 62,5 procent van een regulier Ross 308 moederdier; die van de Hubbard JA87 65,1 procent en die van een legouderdier 80,7 procent.”
„Het ministerie wil dit niet omdat er dan meer dieren in Nederland komen. Maar pluimveerechten zijn bedoeld om de mestproductie en ammoniakexcretie in toom te houden. Die wordt zelfs lager.” Tot nog toe is het ministerie nog niet gevoelig voor dit argument. Faber hoopt dat er zo spoedig mogelijk schot in de zaak komt.
‘Eierprijs te laag’
De vermeerderaar vindt de huidige uitbetalingsprijs van de broedeieren te laag. „Met de huidige eierprijs komt mijn bedrijfscontinuïteit in gevaar. Een concept is iets gezamenlijks waarin iedere ketenspeler moet verdienen, ook de vermeerderaar.”
Hij kaartte dit meerdere keren aan bij de broederij die zijn eieren afneemt. Dit leidde tot resultaat. „Ook binnen een concept moet je zeker als vermeerderaar, je verdiencapaciteit in de gaten houden. Zonder actie is er geen reactie. Praat als vermeerderaar in een concept eens een keer met collega-vermeerderaar die ook voor dat concept produceren”, zegt Faber.