Pluimveesector gaat in hoger beroep tegen NVWA
„We gaan in hoger beroep, niet om ons straatje schoon te vegen, maar omdat we er op moeten kunnen vertrouwen dat een toezichthouder in actie komt, zeker als dat eenvoudig kan om erger te voorkomen”, zegt Eric Hubers, voorzitter van vakgroep Pluimveehouderij LTO Nederland/NOP. Het hoger beroep is aangespannen door een groep van 111 pluimveehouders en de vakgroep Pluimveehouderij van LTO Nederland/NOP, ondersteund door de NVP.
75 miljoen euro schade
„Familiebedrijven zijn na generaties over de kop gegaan of zagen al hun reserves en investeringsvermogen verdampen. De sector liep minstens 75 miljoen euro schade op. En de toezichthouder was op de hoogte, maar waarschuwde ons niet. Een belletje, en we hadden kunnen controleren of er fipronil in onze stallen zat.”
Geen waarschuwingsplicht
Eerder concludeerde de Commissie Sorgdrager, die onderzoek heeft gedaan naar de crisis en de borging van voedselveiligheid, constateerde eerder al dat de NVWA niet adequaat had gereageerd op de signalen over het gebruik van fipronil. Echter oordeelde de rechtbank in juli 2019 dat de NVWA geen waarschuwingsplicht had, en dat het niet onrechtmatig was dat de NVWA Chickfriend zonder de sector te waarschuwen hun gang liet gaan tot zo’n driekwart jaar na de eerste signalen. „Een harde dreun voor de boeren”, weet Hennie de Haan, voorzitter van NVP. „We hoopten op erkening dat er juridisch verwijtbare fouten zijn gemaakt. Die kwam niet, daarom gaan we in hoger beroep. We willen een beter functioneren toezichthouder.”