Wout van Wolfswinkel wijst op belang export voor vermeerderaars
'Maar liefst 83 procent broedeieren bestemd voor export'
Daar wijst Wout van Wolfswinkel op. Hij is teammanager van broederij Lagerweij in Lunteren (GD) en president van de European Live Poultry and Hatching Egg Association (ELPHA), de Europese club die de belangen van broederijen behartigt. Van Wolfswinkel gaf donderdag 3 oktober een presentatie tijdens de Pluimveerelatiedag van LTO/NOP en Pluimveehouderij in Veenendaal (UT).
Sterk afhankelijk van Rusland
Rusland is al jarenlang veruit de belangrijkste afnemer van Nederlandse broedeieren. Vorig jaar werden er ruim 242 miljoen broedeieren voor ruim 52 miljoen euro afgezet in Rusland; omgerekend 0,2146 euro per broedei. Van de totale export van de broedeieren uit de EU was Nederland verantwoordelijk voor 41,8 procent van het volume en 36,1 procent van de waarde.
„De eerste negen maanden van dit jaar nam de Nederlandse export van broedeieren naar Rusland fors toe”, zegt Van Wolfswinkel. Naast Rusland is Irak een belangrijke afnemer. Al is het aantal broedeieren dat Nederland naar Irak exporteert ruim tien keer zo klein als naar Rusland.
Duitsland en België
Naast Rusland exporteren Nederlandse broederijen ook veel kuikens naar Duitsland. „Als je alle cijfers op een rijtje zet, is de Nederlandse vleeskuikenouderdierensector dus nog sterker afhankelijk van de export dan iedereen denkt. De import van broedeieren en kuikens uit Duitsland en België is namelijk een stuk lager dan de export.”
Zwakte
De zeer sterke afhankelijkheid van export is een zwakte, volgens Van Wolfswinkel. „Vroeger exporteerden vooral Nederland en in mindere mate Duitsland broedeieren. Maar nu is er veel concurrentie bij gekomen. Zo exporteren België, Hongarije, Polen, Portugal en Turkije tegenwoordig ook grote aantallen broedeieren. Voor de prijzen waar Polen, Bulgarije, Portugal, Hongarije en Turkije broedeieren aanbieden, kunnen wij ze niet leveren. Daar is onze kostprijs te hoog voor.”
Vooral wanneer het aanbod van broedeieren wereldwijd gezien hoog is, ondervinden Nederlandse vermeerderaars hier hinder van. „Het aanbod en de vraag van broedeieren wereldwijd bepaalt de broedeiprijs op wereldmarktniveau. Nederlandse exporteurs moeten mee.”
Door de matige marktsituatie van de afgelopen jaren daalde het aantal opgezette vleeskuikenouderdieren in Nederland vorig jaar naar 5,75 miljoen. Hoewel de prijzen dit jaar goed zijn, daalt dit jaar de opzet naar verwachting verder naar 5,45 miljoen. Dat is een daling van zo’n 5 procent.
Nieuwe exportmarkten
Van Wolfswinkel ziet de toenemende wet- en regelgeving over onder meer dierenwelzijn, (mogelijke) uitbraken van vogelgriep en andere dierziekten, vergrijzing in de sector als bedreigingen. Al zijn er volgens hem ook voldoende kansen. „Nieuwe exportmarkten bieden kansen. De pluimveevleesconsumptie in diverse Afrikaanse landen groeit. In die landen willen ze vleeskuikenbedrijven opzetten en daardoor ontstaat er vraag naar broedeieren.”
„Vakmanschap is een sterk punt van Nederlandse vermeerderaars. Door hun kennis en kunde is de bevruchting van Nederlandse broedeieren gemiddeld genomen het beste ter wereld en blijven ze gewild.” Transparant zijn naar buiten toe biedt ook kansen, stelt Van Wolfswinkel. „In Nederland maar ook in het buitenland vinden burgers maar ook afnemers transparantie steeds belangrijker. Vertel wat je doet, hoe je het doet en waarom je het zo doet.”
Lees in vakblad Pluimveeweb van vrijdag 18 oktober een marktverhaal over de broedeimarkt, waarin broedei exporteurs ingaan op de huidige broedeimarkt en de vooruitzichten voor de rest van dit jaar en begin volgend jaar. Ontvangt u het vakblad Pluimveeweb nog niet? Vraag dan hier een gratis proefnummer aan. Wilt u een abonnement op vakblad Pluimveeweb? Klik dan hier.