Mesdagfonds laat met spoed depositie van stikstof meten
Al jaren is er veel kritiek op die modellen, omdat uit diverse studies blijkt dat die er wel eens 30 tot 100 procent naast kunnen zitten: de stikstof blijft veel dichter bij de bron dan de modellen inschatten. De Rijksoverheid heeft steeds aangeven de modellen niet te willen ijken, omdat zij daarvoor geen geschikte en betaalbare meetmethode in huis heeft. De Universiteit van Amsterdam heeft inmiddels een meetprogramma klaar op basis van buitenlandse meetmethoden.
Stikstof traceren
In het onderzoek wordt gewerkt met verschillende meetmethoden en met ‘gemerkte stikstof’, oftewel ‘isotopen’, meldt Mesdagfonds. Dat maakt het mogelijk om de herkomst van de stikstofdepositie te bepalen: landbouw, (vlieg)verkeer, industrie of de natuur zelf. Vogelaar: „Als je wilt dat maatregelen tegen stikstof effectief zijn, dan moet je weten om hoeveel stikstof het gaat en waar die precies vandaan komt. Nu is dat niet bekend, omdat dit niet met metingen is vastgesteld.”
Mesdag Zuivelfonds wil het meetprogramma met spoed aanvangen, nu de politiek aan de vooravond staat om keuzes te maken over de aanpak van stikstof. „Wij willen de politiek ervoor behoeden dat zij nu de landbouw opofferen op basis van de huidige modellen, die grote onzekerheden kennen, terwijl uit metingen wel eens zou kunnen blijken dat zaken in werkelijkheid anders liggen”, vertelt Vogelaar.
Tijdsdruk
Naar verwachting gaat het meetprogramma in januari 2020 van start. „Het liefst hadden wij dit onderzoek opgezet in samenwerking met andere organisaties in de landbouw en de overheid, maar daarvoor ontbreekt nu de tijd”, stelt Vogelaar.
De Commissie Remkes zal dit- en volgend jaar komen met adviezen voor respectievelijk de korte en langere termijn. De Commissie is ingesteld om het kabinet te adviseren over de aanpak van stikstofbronnen, die een bedreiging vormen voor kwetsbare natuurgebieden. De Commissie werd ingesteld, nadat het Programma Aanpak Stikstof onderuit ging bij de Raad van State, waarna duizenden projecten in landbouw, bouw en infrastructuur werden stilgelegd. Zij baseert zich in haar adviezen op genoemde rekenmodellen. Die rekenmodellen wijzen uit dat bedrijven in een schil van 10 kilometer om een natuurgebied relatief veel stikstof uitstoten op dat natuurgebied. Uit studies waarin gemeten is, blijkt echter dat landbouwstikstof veel dichter bij de bron blijft, en veelal niet verder komt dan enkele honderden meters van het bedrijf. De stikstof blijft dus vooral op het boerenerf en het boerenland.