'Overmaat, of slecht verteerbaar eiwit leidt tot nat strooisel'
Hij gaf woensdag 18 september een presentatie tijdens de Pluimveeweb thema-avond Voeding in Horst (LB). „Vleeskuikens hebben baat bij goed verteerbaar eiwit, zoals maïsgluten, aardappeleiwit of hipro soja.” Bovendien is spreiding van eiwitbronnen in vleeskuikenvoer van belang. „Soja heeft naast een hoog eiwitgehalte ook een hoog kaliumgehalte. Een te hoog kaliumgehalte in het voer, verhoogt de wateropname en kan leiden tot meer druk in de darmen van vleeskuikens en daardoor tot natter strooisel of darmgezondheidsproblemen.”
Afkeur op slachterij
De pluimveevoerspecialist schetste de gevolgen van te hoog eiwitgehalte of slecht verteerbaar eiwit in vleeskuikenvoer. Dit kan volgens Janssen leiden tot onverteerd eiwit in de darm en leiden tot overgroei aan bacteriën in laatste deel van de darm. Hierdoor wordt het evenwicht in de darmflora verstoord en neemt het risico op clostridium toe. Een slechtere voervertering leidt bovendien tot een slechter technisch resultaat.”
„Een overmaat van eiwit of slecht verteerbaar eiwit leidt tot natter strooisel en voetzoollaesies. Door voetzoollaesies kunnen er bacteriën het kuiken binnendringen. Dit verhoogt het risico op ontstekingen en afkeur op de slachterij.”
Volgens Janssen is voeding zeer bepalend voor gezondheid van vleeskuikens. „Eendagskuikenkwaliteit, voeding en management bepalen het resultaat van een koppel. Ik weet niet welke het belangrijkste is, alle drie zijn ze belangrijk.” Onder management verstaat hij onder meer ook het klimaat.
Pootproblemen
Voerfabrikanten verlagen tegenwoordig het aandeel fosfor in het voer zodat er minder fosfor in de mest komt en de druk op het milieu lager is. „Samen met calcium is fosfor belangrijk voor botvorming van de kuikens. Verlagen van fosfor kan leiden tot meer pootproblemen, maar dat hoeft niet”, stelt Janssen.
„Fosfor uit plantaardige grondstoffen (zoals maïs, tarwe soja) is voor pluimvee niet beschikbaar. Toevoeging van het enzym fytase breekt plantaardig- ofwel fytaatfosfor af en maakt daarmee fosfor beschikbaar voor de kuikens. Dierlijk fosfor zoals diermeel is niet toegestaan en minerale fosforbronnen zijn duur. Uiteindelijk gaat het om beschikbaar of opneembaar fosfor voor de kuikens. Daarom voegen (vrijwel) alle voerfabrikanten het enzym fytase toe aan het voer.”
Enterokokken
Janssen ging ook in op mogelijke oorzaken van het enterokokkenprobleem. „Uit Duits onderzoek kwam naar voren dat enterokokken van de vleeskuikenouderdieren kunnen worden overgedragen op vleeskuikens.”
„Enterokokken zijn bacteriën die normaal aanwezig zijn in de darmen van kuikens. In een goed functionerende darm worden voedingsstoffen vanuit de darm via de darmcellen in het bloed opgenomen. Bij een slecht ontwikkelde of slecht functionerende darmwand passeren ziekmakende bacteriën de darmwand tussen de cellen door. Dit noemen we een lekkende darm. En dat kan een achterliggende oorzaak van pootproblemen als gevolg van enterokokken zijn.”
Er is ook een relatie tussen voer(kwaliteit) en enterokokken, stelt Janssen. „Voeronthouding en daardoor geen opname van voer kan de ontwikkeling of werking van de darmwand verstoren. De hoeveelheid en kwaliteit vet in voer en de verteerbaarheid van grondstoffen is eveneens van grote invloed op de werking van de darmwand. Bovendien kunnen andere darmproblemen, zoals Coccidiose de werking van de darmwand verstoren en daardoor pootproblemen als gevolg van enterokokken in de hand werken.”
Kieren dicht kitten
Toevoegen van middenlangeketenvetzuren (MCFA's) door het voer is een manier om problemen met enterokokken te voorkomen of te verminderen. „MCFA’s moet je door het voer mengen. Door het water is lastiger vanwege de oplosbaarheid in water. Dan gaan alle drinknippels en drinkwaterleidingen verstopt zitten. Daar zijn al veel vleeskuikenhouders de boot mee ingegaan,” merkt dierenarts Albert Vink op.
Drinkwaterhygiëne is ook essentieel om het probleem het hoofd te bieden. Daarnaast raadt Janssen het ten strengste aan om naden in kieren in vloeren van vleeskuikenstallen dicht te kitten of na het schoonmaken van de stal te vullen met een mengsel van organische zuren. „Naden en kieren zijn lastig schoon te maken en zitten vol met bacteriën. Niet alleen voor enterokokken maar ook voor andere ongewenste bacteriën zoals salmonella is het verlagen van de besmettingsdruk door naden en kieren te behandelen cruciaal.”