Waarschuwing van ongediertebestrijder
'Stoppersregeling vergroot rattenplaag'
„Stoppen is een emotionele zaak. Na het afscheid moeten nemen van de kippen, gaat de deur op slot. De veehouder komt niet meer in de stal. Begrijpelijk. Maar niet verstandig. Ik heb vaak gezien dat door alle sores de stal niet meer wordt schoongemaakt. De silo zit nog half vol en in de voerbakken zitten resten. Ratten hebben er alles wat ze willen”, zegt een beroepsbestrijder van ongedierte over een ‘walhalla voor ratten’ dat ontstaat op het erf van een pluimveehouder die stopt.
„Behalve bij mestbanden en ventilatiegangen die fantastische schuilplekken vormen om nesten te maken, is er ook altijd bijvoorbeeld een keukenblokje dat grote aantrekkingskracht heeft op onder meer de zwarte rat. Zelfs van de achterkant van een koelkast weet een rat een warm nest te maken. Ik zie plekken waar drie rattennesten van verschillende leeftijden op nog geen anderhalve meter afstand van elkaar liggen.” De plaagdierbestrijder over het zetten van vallen en het gebruik van gif: „Al heb ik nog zó veel middelen tot mijn beschikking, als er ergens voer is, is bestrijden soms onbegonnen werk.” En zolang er voor een rat iets te halen is, zal dit dier het gif laten staan.
Veehouders die vóór 1 januari 2020 stoppen met de pluimvee- of varkenstak en die niet voldoen aan het Besluit emissiearme huisvesting, moeten alternatieve maatregelen nemen om de ammoniakemissie te verminderen, de zogenaamde stoppersmaatregelen. Of er ook in dit deel van het Actieplan Ammoniak voldoende gedacht is aan ongedierte in leegstaande gebouwen, is de vraag.
Grote zorgen
Bij Provincie Gelderland komt rattenbestrijding niet voor op een lijstje; zij verwijst naar gemeenten. Raadslid Harry ten Have van gemeente Deventer (OV) staat ruimschoots stil bij het transformeren van een vrijgekomen erf; „De overheid moet weten hoe het verder gaat met asbestsanering, bestemmingsplannen en bijvoorbeeld sloopkosten. Projectontwikkelaars doen niks met vervallen bendes, om van verzekeringsmaatschappijen nog maar te zwijgen.” Het specifieke rattenprobleem doet hij echter af als bangmakerij.
Dierenarts John Vonk in Oss (NB) maakt zich wel grote zorgen; hij ziet het als een serieus risico dat we straks de ratten- en muizenpopulaties niet meer onder controle hebben. „Bijvoorbeeld bij stoppers die in installaties eigen voer mengen, ontstaat wel degelijk, nu al, een groot probleem wanneer niet elk restje graan is opgeruimd. Je struikelt er al spoedig over het ongedierte omdat de ratten er nagenoeg vrij spel hebben. Het is er namelijk rustig, er is geen lawaai en geen beweging en bovendien vindt er geen bestrijding meer plaats.”