Van Veldhoven wil cumulatief toetsen geur aan gemeenten verplichten

De Wet geurhinder en veehouderij bevat nu geen norm voor de cumulatieve geurbelasting van een woning door meerdere veehouderijen. De normen voor de individuele geurbelasting in de wet houden wel rekening met de gemiddeld voorkomende cumulatieve situatie in veehouderijgebieden. De gemeente kan op dit moment afwijkende normen vaststellen in een gemeentelijke verordening.

De staatssecretaris acht het echter van belang dat er rekening gehouden wordt met cumulatie van geur van veehouderijen. Daarom wil de staatssecretaris in de Omgevingswet de mogelijkheid voor gemeenten om regels te stellen, omzetten naar een verplichting om rekening te houden met cumulatie. Het Interprovinciaal overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) staan positief tegenover.

Cumulatief toetsen

Er is overigens ook al een cumulatieve toetsing voor fijnstof. Vorig jaar was hier in Nederweert een soort proefpilot opgesteld en dit werd in januari dit jaar landelijk. Voor een vergunningsaanvraag moeten veehouderijen nu de fijnstofuitstoot van alle bedrijven in een straal van 500 meter, ook die van de industrie, cumulatief bereken. Er is voor elke regio een kaart met kilometervakken; als de straal van 500 meter deze vakken raakt, moet het hele vak in de berekeningen ook nog eens meegenomen worden.

Door deze rekenmethodiek kan een veehouderijbedrijf in een veehouderij-intensief gebied al snel aan bepaalde grenswaarde en kan men niet meer uitbreiden. De fijnstoftoetsing geldt alleen voor de veehouderij. Industriële bedrijven hoeven fijnstofuitstoot van de veehouderij niet mee te nemen. Of dezelfde opzet nu ook voor de cumulatieve geurtoetsing geldt, is niet duidelijk. Van Veldhoven zal de aanpak van cumulatie verder uitwerken in samenwerking met de andere overheden en gesprekken met de sector.

Bestaande situaties

Onder de huidige regelgeving wordt de geurbelasting door een veehouderij alleen getoetst bij uitbreiding of nieuwvestiging, zo laat de staatssecretaris weten in haar brief aan de Tweede Kamer. Bestaande bedrijven zonder ontwikkelplannen kunnen in principe doorgaan met hun bedrijfsvoering, ook als hun geurbelasting hoger is dan bij nieuwvestiging toegestaan zou worden.

Tegelijkertijd geeft ze aan dat het volgens de commissie Geurhinder Veehouderij van belang dat bestaande rechten van veehouders kunnen worden beperkt, als dat nodig is voor het realiseren van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat in een bepaald gebied. Zowel de huidige wetgeving als de Omgevingswet biedt slechts beperkt mogelijkheden om in te grijpen in bestaande situaties. Van Veldhoven vindt het ook van belang dat decentrale overheden de mogelijkheid hebben om overbelaste situaties aan te pakken.