Column: Alle veeboeren moeten weg, behalve Zanders, Scheepens en Harberink
Nou zijn deze termen misschien iets te zwaar aangezet. De emotie onder de collega-boeren is echter wel te begrijpen. Het drietal leeft nota bene zelf van de veehouderij en hun pleidooi om de veehouderij af te schaffen omwille van milieu en klimaat, is dan ook op zijn minst opmerkelijk te noemen.
Hier geen waardeoordeel over of de veehouderij wel of niet goed is voor klimaat, milieu of bodem. Als iemand vindt dat dit zo is, dan is die mening zijn/haar goed recht. Of het waar is, kun je over discussiëren.
Bij de manier waarop Zanders, Scheepens en Harberink schrijven over hun collega’s kun je wél je vraagtekens zetten. Het drietal schrijft bijvoorbeeld dat dieren worden gekweld voor de voedselproductie en dat je dieren nagenoeg onmogelijk diervriendelijk kunt houden, als je dit doet uit commercieel oogpunt. Zij willen ook 'erkenning' voor het dier als levende intelligente wezens met emoties en gevoelens. Tevens suggereren zij dat alleen intensieve veehouders subsidies krijgen en wordt export van ons hoogwaardige voedsel min of meer als scheldwoord gebruikt.
Dierenkwellers en subsidieslurpers
De uitspraken, raken boeren in hun ziel. Zij voelen zich opnieuw neergezet als dierenkwellers, dierenbeulen, subsidieslurpers en als boeren die geen enkel oog hebben voor de emoties en gevoelens van hun dieren. Het is al erg genoeg als mensen van buiten de veehouderij boeren op die manier wegzetten. Dat nu ook collega’s op deze manier over je spreken, doet boeren extra zeer. De emoties en de woede zijn dan ook begrijpelijk.
Onwetende burgers krijgen op deze manier alleen maar een bevestiging van wat hen door milieu- en dierenactivisten wordt aangepraat. „Als veehouders zelf de veehouderij ter discussie stellen dan zal het wel waar zijn.”
En over subsidies gesproken. Zanders, Harberink en Scheepens weten de weg naar de diverse subsidiepotten ook wel te vinden. Annette Harberink kreeg bijvoorbeeld vorig jaar ruim 89.000 euro GLB-subsidie en in 2017 bijna 37.000 euro. Ook Scheepens kreeg geld uit Brussel en via allerlei projecten maken de drie ook aanspraak op nog meer subsidies. Het is niet erg, maar doe in de landelijke media niet net alsof je zélf niet graag een graantje meepikt uit de subsidieruif.
Export
De drie veehouders spreken in diverse media over de export van Nederlands voedsel. ‘Wel 80 procent wordt geëxporteerd’. Ook dit neigt naar de pot die de ketel verwijt dat die zwart is. Ruud Zanders exporteert nota bene zelf ook. Nog niet zo lang geleden ondertekende hij zelfs een financieringsovereenkomst met Rabobank, die de internationale groei van Kipster verder kan versnellen. Zanders ziet vooral ruimte voor groei in de Europese Unie en in de Verenigde Staten. Ook bouwt hij in Nederland en België nieuwe stallen. Op landbouwgrond, waarvan hij notabene in het artikel zegt dat deze niet voor dierlijke productie, maar voor plantaardige productie moet worden gebruikt. Hij bedoelt daar waarschijnlijk andere boeren dan hem zelf mee?
Maar, stel dat de Nederlandse veehouderij gaat inkrimpen en alleen voor de eigen voorziening gaat produceren. Dan kun je er vanuit gaan dat het vlees wordt geproduceerd in landen waar het een stuk minder dier- en milieuvriendelijk aan toe gaat. Het lijkt erop alsof het drietal daar blind voor is.
Geschoffeerd
Het is volstrekt logisch dat collega-boeren zich geschoffeerd voelen door het drietal Zanders-Scheepens-Harberink. Boeren willen echt wel meedenken over de toekomst van de veehouderij. Maar nu zeggen deze drie boeren eigenlijk dat hun collega’s ongewenst zijn. Je zou haast gaan denken dat Zanders, Scheepens en Harberink vinden dat niemand meer veeboer mag zijn, behalve zij zelf.
Discussie is dood, kloof is groter
De discussie die zij hebben willen aanzwengelen hebben zij door hun polariserende manier van schrijven meteen doodgeslagen. Nagenoeg niemand in de sector zal nog met hen in gesprek willen gaan over de toekomst voor de veehouderij. Ze worden met de nek aangekeken en de andere boeren zetten de hakken in het zand.
Zanders, Scheepens en Harberink hebben met hun opinieartikel veel schade aangericht. Niet alleen in de ziel van hun collega-boeren. Ook maatschappelijk en in de sector. De kloof tussen boer en burger maken zij op deze manier nog groter. Maar wat nog erger is: Zij hebben ook de kloof tussen boeren en boeren groter gemaakt.
En dát is iets wat een toch al verdeelde en versnipperde sector helemaal niet kan gebruiken in het toch al gevoelige maatschappelijk debat. Hiermee hebben zij meer schade dan goeds aangericht.