Column: 'Het optreden van PvdD in EenVandaag kan juist leiden tot méér dierenleed'
‘Het geluk van boeren en dieren is gewoon onlosmakelijk verbonden’. Dat is een héél belangrijke boodschap van veearts Maaike uit de gelijknamige film, die nu in de filmhuizen draait. Ik herinner me de uitspraak als ik hoofdschuddend het item van 1Vandaag kijk over structurele dierwelzijnsproblemen bij boeren. Hoofdschuddend om twee redenen.
Ten eerste vraag ik me af hoe het kan zijn dat er op 131 van de circa 32.000 veehouderijen een situatie ontstaat, dat iemand die om wat voor reden dan ook niet in staat is om voor zijn dieren te zorgen en vervolgens ook niet geholpen kan worden. Hebben we tegenwoordig zó weinig oog voor elkaar, dat we het bijvoorbeeld niet zien als iemand van 86 jaar 24 koeien probeert te verzorgen, maar het gewoon niet meer aan kan? Of iemand die om wat voor reden dan ook sociaal, financieel of psychisch zó in de knel zit dat hij niet meer voor de dieren kan zorgen? En zich daar zó voor schaamt dat hij geen hulp durft te zoeken? Voor dergelijke situaties moet je een oplossing vinden. Dat is in het belang van het dier, maar óók van de mens.
Ten tweede schud ik mijn hoofd nadat Lammert van Raan, Tweede Kamerlid van de Partij voor de Dieren, in de studio verschijnt. Hij durft het aan om het leed van deze 0,41% van de dierhouders en hun dieren uitsluitend te gebruiken om het punt te maken dat volgens hem de hele dierhouderij ‘een systeem is dat volledig is vastgelopen’. Tussendoor lijkt hij de psychische problemen van boeren te bagatelliseren, door te benoemen dat ‘het overigens een LTO-psycholoog is’ die het zegt. Volgens hem wordt er niet ingegrepen uit ‘systematische onwil’, om de kortetermijnbelangen van boeren te beschermen. In hemelsnaam, welk kortetermijnbelang? En dan ook nog het lef hebben om letterlijk te zeggen dat het hem eigenlijk wel goed uitkomt, ‘want de veestapel moet toch krimpen’.
Mensendingetjes
Kijk, sinds kort weten we door Femke Merel van Kooten, geroyeerd Kamerlid van de PvdD, dat er bij de partij een vies, donker hoekje is ingericht voor ‘futiele mensendingetjes’. Misschien hoort dit daar ook wel bij. Kamerlid Van Raan heeft echter niet in de gaten dat hij in de uitzending hoogstpersoonlijk het risico op méér dierenleed heeft vergroot, door de tomeloze inzet voor de gezondheid en het welzijn van dieren van bijna 32.000 boeren, op wiens bedrijven geen dierenwelzijnsproblemen zijn vastgesteld, in twijfel te trekken. Hij heeft geen flauw idee wat dit soort uitspraken doen met een mens.
De meeste mensen weten wel degelijk wat het doet met mensen als je een hele bevolkingsgroep veroordeelt op basis van de gedragingen van een miniem percentage van die groep. Nota bene een Kamercollega van Van Raan - ik noem geen namen - woont al jarenlang in een beveiligde bunker, omdat hij dezelfde neiging heeft bij een andere bevolkingsgroep. Dat gun ik de heer Van Raan totaal niet, want eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik van alle vijf - herstel: vier - Kamerleden van de PvdD, Van Raan nog wel de meest zinnige dingen hoor zeggen. als hij het bijvoorbeeld heeft over de krimp van het vliegverkeer. Iets wat in tegenstelling tot landbouw wél in zijn portefeuille zit. Ik vind bijvoorbeeld dat hij best een punt heeft als hij zegt dat het een probleem is dat er slechts 30 NVWA'ers zijn om de 33.000 veehouderijen te controleren.
Maar nu wil Van Raan een lijst maken van de grootste recidivisten, want ‘dat doen ze met de top-600 criminelen in Amsterdam ook’. Een flinke open deur met een smerig sausje, want dat is natuurlijk ongeveer precies wat de NVWA al doet en waarvoor hij is uitgenodigd in de uitzending. Mooi samengevat in onderstaande Tweet van 1Vandaag, die je bijna als cynisch kan beschouwen. Wél wens ik de Partij voor de Dieren veel succes bij het aanvragen van een parlementaire enquête. Reminder: dat is het zwaarste middel dat een lid van de Tweede Kamer kan inzetten. Misschien is het wel nodig om het belang te onderkennen van de NVWA als controlerende instantie op het gebied van dierenwelzijn en kunnen daardoor oplossingen worden bedacht voor die laatste 131 schrijnende situaties die er nog bestaan. De Partij voor de Dieren laat ook in onderstaand fragment graag geloven dat de NVWA boeren de hand boven het hoofd houdt, maar ik moet de eerste boer nog tegenkomen die de controleurs als vriend beschouwen. Was het maar zo. Dan hoefden boeren niet in paniek te schieten als ze bij hen op het erf kwamen. Dan kon je in schrijnende gevallen samen zoeken naar adequate oplossingen, bijvoorbeeld zo snel mogelijk de dieren elders opvangen en gerichte hulp zoeken voor de mens achter de boer. Als je dierenleed wilt oplossen en wilt voorkomen in de toekomst, moet je bij de mens beginnen.
Aangewakkerde eenzaamheid werkt dierenleed in de hand
Hoe belangrijk dat is, lees ik in het NRC. In een column schrijft Wouter van Noort over de verschrikkelijke schietpartijen in Amerika. Hij vraagt zich af wat mensen aanzet tot zulke verschrikkelijke daden. Eén verklaring is in ieder geval duidelijk: eenzaamheid. ‘De ervaring van niet bij de wereld horen’, met sociale isolatie tot gevolg. Ik schrik, want het is herkenbaar. Ook omdat eenzaamheid kan leiden tot tribalisme (collectieve weerstand tegen mensen die geen deel uitmaken van de eigen groep, voortvloeiend uit een sterk gevoel van verbondenheid binnen een groep, red.), waarin je met gelijkgestemden weliswaar – zoals Van Noort dat noemt – deel uitmaakt van nepverbanden op basis van gedeelde haat en wantrouwen, in plaats van echte sociale verbanden op basis van liefde en vertrouwen. En als ik zie wat voor dingen steeds meer boeren onderling tegen elkaar zeggen, online in Facebookgroepen en onder nieuwsartikelen of Twitter, dan zit dat gevoel heel erg diep. Dat baart mij grote zorgen.
Daarom wil ik organisaties als Zorg om Boer en Tuinder, mensen als Paulien Hogenkamp én de LTO-psychologen bedanken voor hun bezieling om wél klaar te staan voor de boer als mens en daarmee wél bijdragen aan het voorkomen van dierenleed. Jullie zijn veel te hard nodig.
Tekst: Robert Ten Kate
Robert is geboren in Overijssel en getogen in Limburg als zoon van melkveehouders. Is - in tegenstelling tot zijn tweelingbroer - geen bedrijfsopvolger maar zet zijn marketing- en communicatiekwaliteiten wel in voor de agrarische sector. Enerzijds als marketeer bij Agrio, anderzijds als bestuurder voor BAJK, de vereniging voor jonge boeren in Brabant.
Tekst: Geert van den Biggelaar
Geboren en getogen op een melkveebedrijf in Noord-Brabant. Studeerde veehouderij aan de HAS in ’s-Hertogenbosch vervolgens dierwetenschappen aan de Wageningen Universiteit. Sinds 2016 parttime melkveehouder en parttime redacteur bij Agrio. Verantwoordelijk voor melkvee-gerelateerde onderwerpen in vakblad Melkvee, website Melkvee.nl en de regiobladen.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief