Sector verliest fipronilzaak op alle punten: NVWA handelde niet onrechtmatig
LTO Nederland, NVP en de 124 pluimveehouders die de rechtszaak tegen de Nederlandse staat aanspanden, vinden dat de NVWA te weinig heeft gedaan met meldingen over vermeend illegaal gebruik van fipronil die al vanaf november 2016 binnenkwamen. Maar de rechter is het niet eens met eisers dat NVWA eerder had moeten ingrijpen toen ze in november 2016 signalen kregen.
De rechter staat achter de werkwijze van de NVWA. De NVWA koos in juni voor een strafrechtelijk handhavingstraject in plaats van onmiddellijke stillegging van Chickfriend omdat er een vermoeden van fraude was. De rechtbank acht die keuze passend en begrijpelijk op basis van de toen beschikbare informatie en het beleid van de NVWA. Ook rust op grond van Europese en nationale regelgeving de primaire verantwoordelijkheid voor de voedselveiligheid bij de pluimveehouders.
Uitspraken NVWA ongelukkig
De rechtbank verwerpt ook het verwijt dat de NVWA de eisers in staat had moeten stellen hun eigen toezichthoudende taak uit te oefenen door hen te waarschuwen. Eisers hebben onvoldoende toegelicht wie in de sector waarvoor precies had moeten worden gewaarschuwd. Een algemene waarschuwing dat mogelijk fipronil in omloop was, zou ook het strafrechtelijk onderzoek in de weg hebben gezeten. Bovendien mag van de sector worden verwacht dat pluimveehouders controleren of de middelen die ze gebruiken zijn toegelaten in Nederland.
In Nieuwsuur zei Freek van Zoeren van de NVWA „Als iemand zegt: nou ik kan leven zonder een ei te eten tot zondag, zou ik het aanraden.” Die uitlating acht de rechtbank ongelukkig, maar niet onrechtmatig. Er was immers reden tot zorg gelet op de bemonstering en de uitslagen die nog moesten komen.