Antibioticaresistentie blijft in Nederland redelijk stabiel
Dit blijkt uit de jaarlijkse rapportage NethMap/MARAN 2019. Hierin presenteren diverse organisaties gezamenlijk de gegevens over het antibioticagebruik en -resistentie in Nederland, zowel voor mensen als voor dieren.
Om resistentie te voorkomen is het belangrijk om antibiotica op de juiste manier te gebruiken en alleen als het nodig is. Voor dieren is in 2018 ongeveer evenveel antibiotica voorgeschreven als in 2017. Ten opzichte van 2009, het referentiejaar, is het gebruik met ruim 63 procent verminderd. Voor dieren zijn de afgelopen jaren bijna geen antibiotica gebruikt die belangrijk zijn om infecties bij de mens te behandelen.
Stabilisering
Onderzoekers zien over het afgelopen jaar een stabilisering in resistentie van bacteriën in de darmen van landbouwhuisdieren. Dit komt overeen met de stabilisering in antibioticagebruik van het afgelopen jaar. Voor wat betreft de ESBL’s is er een verdere daling in pluimvee en in pluimveevlees, maar een stijging in vleeskalveren. De oorzaak van deze stijging wordt op dit moment verder onderzocht. In varkens en melkkoeien is sprake van een stabiel laag niveau.ESBL's zijn enzymen die veelgebruikte antibiotica kunnen afbreken, zoals penicillines.
In verband met de zorg over de mogelijke introductie van carbapenemase producerende bacteriën (CPE's) in de voedselketen worden alle fecale monsters van landbouwhuisdieren verzameld ten behoeve van het reguliere resistentiemonitoringsprogramma gescreend op CPE's. Net als in voorgaande jaren zijn daarbij geen CPE's aangetroffen in landbouwhuisdieren. CPE’s zijn bacteriën die enzymen aanmaken waardoor ze resistent worden tegen carbapenem antibiotica. Deze, voor de mens belangrijke groep antibiotica, mag niet in landbouwhuisdieren worden gebruikt.
Zie voor meer informatie het onderzoeksrapport NethMap/MARAN 2019 op de site van Wageningen Bioveterinary Research.