Bijna een derde boerengezinnen leeft onder lage-inkomensgrens
Inkomen vleeskuikenhouders sterk verbeterd
Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen Universiteit, die de cijfers tot en met 2017 op een rij heeft gezet.
Er zijn grote verschillen in het aandeel huishoudens onder de lage inkomensgrens, zowel tussen bedrijfstypen als tussen bedrijfsgroottes. In de periode 2013-2017 is het aandeel huishoudens onder de lage inkomensgrens het kleinst in de glastuinbouw en de vleeskuikenbedrijven. Dit komt door de goede bedrijfsresultaten in die jaren.
In de vleeskuikenhouderij leeft 9 procent van de huishoudens onder de lage-inkomensgrens. In 2016 was dat nog 14 procent en in 2013 zelfs 35 procent.
Leghennenbedrijven
Bij de leghennenbedrijven schommelt het aandeel van de groep met lage inkomens tussen de jaren behoorlijk. In 2013 en 2014 was het aandeel hoger dan het gemiddelde van de hele agrosector door lage eierprijzen als gevolg van overaanbod in de EU. In de leghennenhouderij leefde in 2017 14 procent van de huishoudens onder de lage-inkomensgrens. Een verdubbeling ten opzichte van 2016, maar flink minder dan de 80 procent in 2013.