Mestregels hebben negatieve impact vervuiling door mest
Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer toont aan dat aan de vooravond van de afschaffing van de melkquota in 2015 het overheidsbeleid op een te optimistisch scenario werd gebaseerd. De lijn die kabinet en Kamer in 2013 inzette, was: Groeien mag, zolang de veehouders de mest op eigen land uitrijden of naar de mestverwerking brengen. Daarbij werd erop vertrouwd dat dit mogelijk was binnen de Europese normen voor de uitstoot van ammoniak, stikstof en fosfaat, die onder meer in dierlijke mest voorkomen.
‘Voortdurende aanpassing regels’
De Algemene Rekenkamer nam onder meer het beleid dat verantwoorde groei van de melkveehouderij mogelijk maakte onder de loep. Dat beleid zorgde niet alleen voor een ‘opeenstapeling van wet- en regelgeving’ en ‘voortdurende aanpassing en uitbreiding van regels’ om de uitstoot van ammoniak, stikstof en fosfaat door de veehouderij te beperken. Het resulteerde ook niet in grip op wat de Algemene Rekenkamer noemt: De vervuiling door mest.
Collegelid van de Algemene Rekenkamer Francine Giskes: „Nu hebben de ministers van LNV en IenW weinig grip op de 'mestvervuiling', die door de veehouderij wordt veroorzaakt. Dit zien we terug in de wet- en regelgevingspraktijk tegen 'mestvervuiling'. Die praktijk belemmert de handhaving en beperkt goed zicht op het halen van uitstootnormen en het beschermen van de natuur.”
Vereenvoudig de regels
Volgens de Rekenkamer was het daarom beter geweest als de keuze voor groei van de melkveehouderij pas was gemaakt, nadat de beschikbare ruimte daarvoor in kaart was gebracht. In het rapport staat daarom: „Met dit beleid is met instemming van het parlement een bewust risico genomen dat gevolgen heeft voor veehouders en de belasting van de biodiversiteit.”
De Algemene Rekenkamer beveelt zowel de ministers van LNV en IenW als het parlement aan om het ‘patroon te doorbreken’ van steeds weer aanpassen van bestaande regels en invoeren van nieuwe regels. „Stel heldere normen vast en ga daar op handhaven. Vereenvoudig de regels. Verminder de regeldruk.”
In een reactie erkent minister Schouten dat de regelgeving ingewikkeld is geworden. Zij zegt zich momenteel te bezinnen op het mestbeleid, mede in het licht van de recente uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof. De Algemene Rekenkamer vraagt in haar nawoord daarop om in het beleid rekening te houden met tegenvallende uitkomsten in de praktijk. Dat verkleint de kans dat normen worden overschreden.
Rekenen met oude informatie
Het is vreemd dat de Algemene Rekenkamer geen rekening lijkt te hebben gehouden met de positieve ontwikkelingen van de afgelopen jaren in de veehouderij; wat betreft de mestprodcutie. Inmiddels is de mestproductie vanuit de varkenshouderij en melkveehouderij aanzienlijk verminderd; juist door de regels omtrent onder meer fosfaat. Daarnaast wordt er veel werk, tijd en geld gestoken in mestverwerking; zijn in sommige gebieden de fosfaatgehalten gedaald. Blijkbaar rekent de Rekenkamer nog met oude informatie. Het rapport heeft daarom de schijn dat er wederom gezocht wordt naar mogelijkheden om de veehouderij in Nederland in te dammen en dat het huidige beleid onvoldoende resultaat oplevert en geen grip heeft op mest. Met andere woorden: Er moet regelving komen, die de mest, en dus de veehouderij, aan banden gaat leggen. Het is bovendien opvallen dat in het politieke debat het rapport van de Algemene Rekenkamer en de PAS bijna in een adem wordt genoemd.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Trekkerweb.nl
Bron: Algemene Rekenkamer