'Grotere uitkomstspreiding wanneer broedeieren niet uniform afkoelen'
Hiermee leidde hij woensdagavond 24 april tijdens de themacarrousel op de thema-avond Vermeerdering in Barneveld van Pluimveeweb en Bravo de volgende stelling in: De vermeerderaar heeft invloed op de (uniforme) afkoelsnelheid van broedeieren en bepaalt mede daardoor de uitkomstspreiding. Het overgrote deel van de aanwezige vermeerderaars onderschreef deze stelling, maar er waren ook enkele tegenstemmers. In de resterende tijd volgde een discussie, waarin een aantal interessante zaken werden aangestipt.
Er werd gesteld dat eieren op de eierband uniform afkoelen, maar ook dat bij het afdraaien van de band sommige eieren nog warm aanvoelden. De meeste vermeerderaars draaien twee keer per dag de eierbanden af, terwijl er ook een aantal zijn die maar één keer afdraaien. Zeker wanneer eieren op papieren eiertrays worden geplaatst zou dat laatste verstandig kunnen zijn. Hierop koelen broedeieren minder uniform af dan op broedlades. „Wanneer je eieren die net gelegd zijn in het midden op een papieren tray pakt, kan het voorkomen dat ze niet binnen 6 uur afkoelen naar 25 graden Celsius. De ontwikkeling van het embryo gaat dan te ver door en dit zal leiden tot embryonale sterfte”, zegt De Lange.
Naast raapfrequentie speelt ook staltemperatuur en luchtbeweging over de eierband een rol. „Er kan hierdoor verschil ontstaan in afkoelsnelheid van broedeieren tussen de verschillende vermeerderingsbedrijven en die eieren komen misschien wel terecht in dezelfde broedmachine”, noemde één van de aanwezigen.
‘Voorkom condens’
Ook de temperatuur in de bewaarruimte werd genoemd als factor. Het voorkomen van condens op broedeieren tijdens het laden van de vrachtwagen is volgens De Lange ook erg belangrijk. Wanneer eieren nat worden kunnen bacteriën namelijk het ei binnendringen en dit leidt tot klapeieren tijdens het broedproces. Dus moet een vermeerderaar de eieren, zeker ’s zomers, niet te koud bewaren. „Wanneer eieren twee keer per week opgehaald worden door de broederij, is 21 graden Celsius een prima bewaartemperatuur; in de winter is 18 graden beter”, zei De Lange na een vraag van een vermeerderaar.
„De broedduur en uitkomstspreiding hangt ook van andere factoren zoals natuurlijke variatie, de bewaarduur van de eieren, de uniformiteit van opwarmen en de temperatuur tijdens het broedproces op de broederij, broedtemperatuur, maar als vermeerderaar heb je hier dus ook invloed op”, concludeerde De Lange.