Export broedeieren varieert sterk afhankelijk van rampen
'Flexibiliteit nog belangrijker dan kwaliteit broedeieren'
Van Wolfswinkel, die ook teammanager van broederij Lagerwey in Lunteren is, zei dit woensdagavond 24 april tegen de 140 bezoekers op de thema-avond Vermeerdering in Barneveld, die door Pluimveeweb en Bravo was georganiseerd.
De wereldwijde opzet van vleeskuikenouderdieren steeg van 2011 tot 2018 met 32 procent van 424 naar 560 miljoen. In Europa, het Midden-Oosten en Afrika steeg de opzet met 44 procent van 125 naar 180 miljoen. Nederland is al jaren de grootste exporteur van broedeieren ter wereld. Tot 2015 steeg de opzet van het aantal vleeskuikenouderdieren in Nederland. In dat jaar zette Nederland 6.477.000 eendagskuikens voor vleeskuikenouderdieren op. De jaren daarop daalde de opzet voor eendagskuikens voor vleeskuikenouderdieren in ons land relatief sterk met 5.756.000 in 2018 als voorlopige dieptepunt. Dat is een daling van 11 procent in drie jaar.
Vraag varieert sterk
Ruim een derde van de Nederlandse broedeieren wordt geëxporteerd. De broedeiprijs is sterk afhankelijk van de vraag op exportmarkten. „Rusland is veruit onze belangrijke exportmarkt. In 2016 was er wereldwijd een overschot aan broedeieren en kwamen Russische afnemers hun contracten niet meer na. Daardoor was de vrije broedeiprijs zelfs een tijdje 0. Nu is de vraag vanuit Rusland groot omdat de Russische vleeskuikenouderdierenstapel gekrompen is door hoogpathogene vogelgriep uitbraken. Bovendien is er een groot productiebedrijf failliet gegaan en is de Roebel sterk waardoor import van Nederlandse broedeieren relatief goedkoper is. Vooral door de grote vraag vanuit Rusland steeg de vrije broedeiprijs naar 28,5 cent. Deze prijs wordt bepaald door een tekort of overschot in markt en is daardoor veel grilliger dan de NOP/NVP broedeiprijs.”
Rusland wil graag zelfvoorzienend worden in broedeiproductie, maar dat lukt tot op heden niet. Of de vraag van Rusland naar Nederlandse broedeieren blijvend is, durft Van Wolfswinkel niet te voorspellen.
De vraag naar broedeieren in andere landen varieert ook sterk. „Door de uitbraken van hoogpathogene vogelgriep in Europa in 2016 kon Zimbabwe geen grootouderdieren invoeren uit Europa. Hierdoor kwamen die bedrijven leeg te staan en steeg de vraag naar broedeieren in 2017 en 2018. In 2018 bedroeg die vraag 28 miljoen broedeieren. Nederland vulde 74 procent van die vraag in, 21 miljoen broedeieren. Gemiddeld legt een vleeskuikenouderdier in Nederland 170 broedeieren per jaar. Dan praat je dus over de productie van 123.500 moederdieren uit Nederland. Dat is ruim 2 procent van de Nederlandse vleeskuikenouderdierenstapel in 2018 en daarmee toch een behoorlijk aandeel.”
Afhankelijk van vogelgriepstatus
De export van broedeieren is bovendien sterk afhankelijk van de vogelgriepstatus in Nederland. „Ons land was in 2012 goed voor 11 procent van de broedei-import in Irak. Door de uitbraken van hoogpathogene vogelgriep in Nederland in 2015 en 2016 ging er in 2016 geen enkel Nederlands broedei naar Irak. De Belgen namen dat over. In 2018 was Nederland weer goed voor 5 procent van de broedei-import van Irak.”
In 2012 was Nederland verantwoordelijk voor 37 procent van de import van broedeieren in Libië. Door de hoog pathogene vogelgriepuitbraken in ons land en politieke situatie in Libië bedroeg dit percentage in 2016 en 2018 nog maar 9 procent.
Toekomst broedeimarkt
„De export van Nederlandse broedeieren naar Zwitserland is al jaren vrij stabiel. Voor de rest is de export van broedeieren sterk afhankelijk van de vogelgriepstatus van Nederland. Een uitbraak van hoogpathogene vogelgriep is rampzalig voor de exportpositie van Nederland omdat veel landen dan besluiten om geen Nederlandse broedeieren meer te importeren. Daarnaast is de export van broedeieren afhankelijk van uitbraken van vogelgriep, oorlogen en andere rampen in landen.”
Ook is de export van broedeieren afhankelijk van de dierziekte status van andere landen in Europa en de rest van de wereld en het aantrekken van nieuwe export bestemmingen. „We zijn al jaren bezig om de grenzen naar China te openen, maar tot nu toe is dit niet gelukt.”
Kunnen leveren
Door die sterke afhankelijkheid van vogelgriepuitbraken en oorlogen wereldwijd, kan Van Wolfswinkel niet zeggen hoe het toekomstperspectief voor Nederlandse vleeskuikenouderdierenhouders eruit ziet voor de middellange en lange termijn. Voor de korte termijn lijkt het perspectief positief nu de vraag naar broedeieren goed is.
Een sterk punt is dat Nederland altijd broedeieren kan leveren, stelt Van Wolfswinkel. „Nu Rusland meer broedeieren vraagt, vullen onze exporteurs die vraag in. Kwaliteit is zeer belangrijk maar flexibiliteit, oftewel kunnen leveren wanneer de vraag er is, is nog belangrijker. En daar is Nederland sterk in.”