„Activisten die inbreken in stallen of brand proberen te stichten in slachterijen moeten worden veroordeeld. De politiek moet hierover zijn ongenoegen uitspreken”, stelt Oplaat. „Nu wordt dierenrechtenactivisme door Marianne Thieme (Partij voor de Dieren) verheerlijkt. Jesse Klaver (GroenLinks) en Rob Jetten (D66) dekken het met de mantel der liefde toe. Ze vinden het een chique vorm van activisme. Als gekozen volksvertegenwoordigers hebben ze een voorbeeldfunctie en zouden ze inbraak, brandstichting en iedere vorm van geweld moeten veroordelen.”
„Marianne Thieme stelde maandag kort na de aanslag in Utrecht dat er geen ruimte is voor geweld, maar bij dierenrechtenactivisten komt ze met andere argumenten”, zei Oplaat dinsdag 19 maart tijdens het openingscongres op de vakbeurs Dutch Poultry Expo in Hardenberg.
Oplaat vergelijkt dierenrechtenactivisme met de situatie in Noord-Ierland, waar de IRA regelmatig aanslagen pleegt. „Je hebt publieke groeperingen die iets roepen, terroristen die vervolgens aanslagen plegen en de politiek die dat sust. Je hebt een bovengrondse en ondergrondse tak. De onderwereld en de bovenwereld, zeg maar.”
Zo vroeg Esther Ouwehand van de Partij voor de Dieren onlangs op een bijeenkomst van dierenrechtenactivisten om applaus voor de ‘helden’ die inbreken in stallen om undercoverbeelden te maken. Oplaat vindt het onbegrijpelijk dat een volksvertegenwoordiger oproept tot inbraak in stallen en daarmee overtreden van de wet. „Ouwehand zou ontslag moeten krijgen. Geen enkele volksvertegenwoordiger mag oproepen tot overtreden van de wet. Ook zou premier Rutte hier publiekelijk zijn ongenoegen over uit moeten spreken.”
„De straffen voor activisten moeten veel hoger worden”, vindt Oplaat. „Activisten ondermijnen de democratie. Het zijn gewoon criminelen, die inbreken in stallen, brand stichten en boeren en andere mensen uit de sector intimideren en bedreigen. Alleen door activisten harder te straffen en publiekelijk ongenoegen over hun daden uit te spreken kunnen we het in de kiem smoren.”
Oplaat adviseert pluimveehouders om te bij het geringste vermoeden van dierenrechtenactivisme dit onmiddellijk te melden bij de instanties. Zich beschermen tegen activisme of ongewenst bezoek aan hun bedrijf, is volgens hem lastig. „Criminelen vinden altijd een weg. Maar het ophangen van camera's (bijvoorbeeld een wildcamera) wil al wel helpen.”
Pluimveehouders moeten activisme wel altijd melden, adviseert Oplaat. „Een speciale tak van de AIVD (Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst) houdt zich bezig met dierenrechtenactivisme. Die brengen in kaart hoeveel acties er zijn geweest en wie deze heeft gepleegd. Ook heeft deze tak contact met de politiek. Door dierenrechtenactivisme te melden worden dierenrechtenactivisten eerder veroordeeld en wordt Nederland een stuk veiliger.”
„Ik maak me zorgen over de toon van het debat rondom vegagressie en dieractivisme", zei Robert ten Kate, marketeer bij Agrio en bestuurder van het Brabants Agrarisch Jongeren Kontakt (BAJK), die ook aan het congres deelnam. „Het is een heel acuut probleem als je de verhalen hoort van bedreiging en brandstichting. Maar tegelijkertijd moet ik als bestuurder voor jonge boeren helpen bij het vormen van een toekomst voor die boeren, en het liefst een toekomst mét die boeren. En daar helpt de toon van het debat niet aan mee. Als je dit neerzet als een strijd, dan wordt het dat ook, en ik vrees dat je die niet gaat winnen op deze manier."
